Op een aantal plekken in Rotterdam wordt sinds een aantal jaren een exotische mierensoort aangetroffen, het mediterraan draaigatje. Deze mierensoort is bestand tegen veel vormen van bestrijding en kunnen daardoor dicht bij de mens leven.
Dat kan voor overlast zorgen.
Mediterrane draaigatjes hebben veel koninginnen die, in tegensteling tot de ‘gewone’ mier, bij elkaar in een kolonie kunnen leven. Dat zorgt ervoor dat er lokaal heel veel mieren aanwezig kunnen zijn en er in sommige gevallen zelfs een superkolonie ontstaat.
Overlast
De mieren kunnen overlast geven als ze een stoep of tuin op zo’n manier ondergraven, dat die verzakken. Ook zorgen de mieren voor een grote toename van bladluizen. De mieren beschermen bladluizen tegen andere insecten, in ruil voor de zoete honingdauw die bladluizen uitscheiden.
De mieren kunnen bijten, wat een vervelend gevoel kan zijn, vooral omdat het zoveel mieren zijn. Ook komen de mieren soms huizen binnen, want ze zoeken overal voedsel en ze houden van de warmte in huizen.
Veelgestelde vragen
Hoe herkent u het draaigatje?
Het mediterraan draaigatje is zwart en ziet eruit als een ‘gewone’ mier, maar is iets kleiner en leeft in veel grotere aantallen. Deze mierensoort maakt (bij mooi, rustig weer) van het uitgegraven zand een soort kratertjes. Ze heten draaigatje, omdat deze mieren hun achterlijf draaien en een irriterend stofje afgeven.
Waar komen ze vandaan?
Het mediterraan draaigatje komt van nature voor in het Middellandse Zeegebied. Ze stond tot voor kort niet bekend als een uitbreidende soort, maar dat is nu anders. In 2009 is de soort voor het eerst in Duitsland waargenomen; daar zijn nu kolonies in verschillende steden. In 2014 is een grote kolonie van het mediterraan draaigatje in België gevonden. Inmiddels is de mier in Nederland in ongeveer dertig gemeenten aangetroffen.
Hoe komen ze in Rotterdam?
De soort komt met tuinplanten (of met zelf uitgegraven planten) uit Zuid-Europa mee naar Noord- en West-Europa. Het draaigatje is al een enkele keer aangetroffen in Nederlandse tuincentra. Mogelijk kunnen ook vakantiegangers onbewust de mieren uit Zuid-Europa meenemen, al dan niet met meegenomen planten.
Waarom zijn er zoveel?
Deze mieren zijn bestand tegen veel vormen van bestrijding en kunnen daardoor dicht bij de mens leven, bijvoorbeeld in plantenkwekerijen of stadstuinen. Ze kunnen zich vanaf daar gemakkelijk naar andere gebieden verplaatsen als aarde of andere tuinproducten getransporteerd worden.
Als ze vanuit het buitenland in Nederland komen, hebben ze hun natuurlijke vijanden (roofdieren, concurrenten, ziektes, parasieten) achter zich gelaten en hebben ze vrij spel om zich uit te breiden.
Er kunnen, in tegenstelling tot onze ‘gewone’ mier, veel ei-leggende koninginnen bij elkaar in een kolonie leven. Ook is er geen agressie tussen werksters die van verschillende koninginnen afstammen. Al deze factoren zorgen ervoor dat er lokaal veel mieren aanwezig zijn en zelfs een superkolonie kunnen vormen. De bestrijding van deze mierensoort is erg lastig gezien de grote aantallen. Zelfs als heel veel koninginnen worden gedood, kan de kolonie weer snel op sterkte zijn vanuit de resterende koninginnen.
Kunnen we voorspellen waar ze zich gaan uitbreiden?
Op basis van de geografische wijkgegevens kunnen we redelijk inschatten hoe de draaigatjes zich gaan uitbreiden, als ze daartoe de kans krijgen. Ze voelen zich thuis op warme plekken en straten en muren die veel zon vangen. Onder de koelte van bomen zal de verspreiding minder snel gaan en bij water of geasfalteerde wegen in principe stoppen.
Wat doet de gemeente?
De bestrijding van deze mierensoort is erg lastig, omdat de kolonies vaak groot en zeer uitgestrekt zijn en zich ook op flinke diepte in de grond kunnen bevinden. Gemeente Rotterdam werkt mee in de landelijke aanpak van het mediterraan draaigatje, in samenwerking met het KAD (Kennis- en adviescentrum dierplagen). Samen met andere gemeenten die overlast ervaren wordt gezocht naar een oplossing. Zij delen kennis, testen methoden en bestrijdingsmiddelen. Zo hopen wij erachter te komen hoe de mier het best bestreden kan worden.
In Rotterdam is er in 2020 in samenwerking met het KAD geëxperimenteerd met verschillende middelen en methoden. Daar hebben we veel van geleerd. In 2021 wordt volledig ingezet op bestrijding met alle middelen die nu beschikbaar en toegestaan zijn. Ook zetten we weer de nematoden en heet water in en zijn we bezig met ontheffingen voor twee lokmiddelen.
Waarom komt de gemeente niet elke dag langs om te bestrijden?
Bij veel van de bestrijdingsmethoden is het niet effectief om elke dag te bestrijden. Er wordt vooraf een bestrijdingsplan gemaakt waarin de uitvoering is vastgelegd.
Wanneer het resultaat van de bestrijding zichtbaar wordt, is afhankelijk van het middel en de methode. Als insecticiden op basis van lokaas ingezet mogen worden, zullen de mieren het middel op hun lijf opnemen en mee terug in het nest nemen, waar de koningin ervan kan eten. Een zichtbaar effect kost vervolgens altijd even tijd en is afhankelijk van de situatie.
Waarom gebruiken we het bestrijdingsmiddel Ficam W niet?
Dat bestrijdingsmiddel is niet toegestaan voor het gebruik in de buitenruimte. Hierbij geldt alleen een uitzondering voor wespen.
In Oostende is in 2016 een middel gebruikt, wat omschreven werd als effectief.
Waarom gebruiken wij dat niet?
Dit bestrijdingsmiddel is in Nederland niet toegestaan. Het is niet bekend of het middel een bewezen effect heeft gehad op de mierensoort. We gaan wel uitzoeken of er gewenste resultaten zijn behaald en of middelen met dezelfde werkzame stof ingezet kunnen worden.
Hoe komt de gemeente aan middelen die wel tegen de mier werken?
Door een gecoördineerd onderzoek naar inzetbare middelen; zowel chemische als andere alternatieven. Op dit moment gaan we lobbyen voor bepaalde middelen die mogelijk werken, maar nog niet toegelaten zijn voor gebruik in de buitenruimte.
Wat kunt u zelf doen?
- Verwijder voedsel zoals dierenvoer zoveel mogelijk of laat het niet te lang staan, denk aan katten- en hondenbrokken.
- Kies het liefst voor planten die niet geïmporteerd worden uit Zuid-Europa, de mieren kunnen in de wortels van deze planten zitten en zo meeverhuizen naar uw tuin.
- Kies planten en struiken waar luizen niet van houden. Vaak zijn dit sterk geurende planten of struiken. Enkele voorbeelden hiervan zijn lavendel, munt, rozemarijn maar ook afrikaantjes, goudsbloem en zelfs tomatenplanten.
- Bestrijd bladluis op uw planten zoveel mogelijk. Bladluizen produceren uit de sappen van planten een zoetstof en dit is een belangrijke voedselbron voor de mierenkolonie. Als het voedselaanbod wordt beperkt, zal de kolonie zich langzamer ontwikkelen en neemt het andere voedselbronnen zoals bestrijdingsmiddelen beter op.
- Geef bij droogte uw planten regelmatig water, dit zorgt voor gezonde sterke planten wat mogelijk resulteert in minder overlast van bladluis.
- De tuin afgraven of tuinplanten afvoeren kunt u beter niet doen. De kans is groot dat er dan mieren (koninginnen) naar andere plekken worden vervoerd. Zo kunnen de mieren zich vestigen op nieuwe locaties.
- Heeft u plannen om de tuin aan te pakken, dan kunt u de planten en aarde in de speciale container deponeren die de gemeente beschikbaar stelt. Als u hierover vragen heeft of een container wilt aanvragen, kunt u bellen met 010 - 267 84 47.
- Zorg voor veel groen en schaduw in uw tuin. Tegels en plantenbakken warmen snel op door de zon en de mieren zijn dol op deze warmte.
Welke middelen mogen bewoners zelf gebruiken tegen deze mier?
Het KAD benoemt een aantal toegestane middelen voor gebruik binnenshuis door particulieren (bekijk tabel hieronder).
Naam | Toepassing | Formulering |
---|---|---|
Naturabell- en COMPO Mirazyl Box | Binnen / buiten | Lokmiddel |
VAPONA DUBBELE mierenlokdoos | Binnen / buiten | Lokmiddel |
Citin Dubbele Mierenlokdoos | Binnen / buiten | Lokmiddel |
Mierenlokdoos; Mirazyl Box, Natria, Edialux, Luxan | Binnen / buiten | Lokmiddel |
SOMI, Resoluut Insectenpoeder, Knock Off Insectenpoeder | Binnen / buiten | Stuifpoeder |
Deltasect, MS DELTA FLY, Vermigon Vloeibaar, Vermigon PRO SC 2,5 | Binnen | Suspensie concentraat |
Mierenlokdoos merk; Luxan, Kruidvat, Trekpleister, Roxasect, HGX lokdoos tegen mieren, Sprigone, DRE, Edialux, Roxasect, Vermigon, Finion lokdoos voor mieren | Binnen | Lokmiddel |
Quit kruipend ongedierte en wespen stop | Binnen | Aerosol (spuitbus) |
Stop Kruipende Insecten en wespen | Binnen | Aerosol (spuitbus) |
KB Wespen Spray | Binnen | Aerosol (spuitbus) |
KB Mieren en Kruipend Ongedierte Spray | Binnen | Aerosol (spuitbus) |
K.O. Spray Kruipende Insecten en Wespen | Binnen | Aerosol (spuitbus) |
Floria Anti -Insectenspray | Binnen | Aerosol (spuitbus) |
Permanent Ongediertespray | Binnen | Aerosol (spuitbus) |
Protect Mieren en kruipend Ongediertespray | Binnen | Aerosol (spuitbus) |
Sprigone tegen kruipende insecten en wespen | Binnen | Aerosol (spuitbus) |
Indoor-X omgevingsspray | Binnen | Aerosol (spuitbus) |
Spritex Insectkiller | Binnen | Aerosol (spuitbus) |
VAPONA kruipende Insecten- en wespenspray | Binnen | Aerosol (spuitbus) |
Vermigon Spray | Binnen | Aerosol (spuitbus) |
LUXAN MIERENSPRAY | Binnen | Aerosol (spuitbus) |
ROXASECT tegen kruipende insecten en wespen | Binnen | Aerosol (spuitbus) |
TOPSCORE SPRAY tegen kruipende insecten en wespen | Binnen | Aerosol (spuitbus) |
Kruidvat tegen kruipende insecten en wespen | Binnen | Aerosol (spuitbus) |
HGX ‘spray tegen mieren’ | Binnen | Aerosol (spuitbus) |
HGX ‘spray tegen kruipende ongedierte’ | Binnen | Aerosol (spuitbus) |
Meer informatie
Ondervindt u overlast of heeft u vragen? Bel 010 - 267 84 47 of stuur een e-mail, onder vermelding van uw woonadres, naar mierensb@rotterdam.nl.