Dodenherdenking
Jaarlijks herdenken we op 4 mei alle burgers en militairen die in het Koninkrijk der Nederlanden of waar ook ter wereld zijn omgekomen of vermoord sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, in oorlogssituaties en bij vredesoperaties.
We zijn om 8 uur 's avonds 2 minuten stil. Uit respect voor de offers die zijn gebracht. Offers voor onze vrijheid.
Bent u er ook bij? Want Rotterdam Herdenkt. U toch ook?
Herdenkingen in de stad
Herdenken doen we samen en dat kan op verschillende plekken in de stad.
De burgemeester legt namens het gemeentebestuur kransen op een aantal van deze plekken.
De centrale herdenking, met om 20.00 uur 2 minuten stilte, is op het Stadhuisplein.
Herdenking Nationaal koopvaardijmonument De Boeg
Dames en heren, welkom bij het nationaal koopvaardijmonument De Boeg. In het bijzonder een warm welkom aan Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Margriet, petekind van de Nederlandse Koopvaardij. Wat fijn en bijzonder dat u er dit jaar weer bij bent. Welkom ook aan de overlevenden en nabestaanden.
'We moeten varen'
Aldus een opvarende.
De Nederlandse koopvaardij speelde een cruciale rol tijdens de Tweede Wereldoorlog, dat weet u als geen ander. Zonder deze schepen hadden de geallieerden de overwinning niet behaald. Maar de tol was hoog. Veel opvarenden overleefden niet.
Ieder jaar staan we stil bij hun lot. Denken we aan de slachtoffers en de overlevenden. Denken we aan de gruwelen, de heldendaden en de angsten die werden uitgestaan.
Op 1 mei 1940 ontvingen talloze schepen over de hele wereld het bericht dat Nederland in oorlog was met Duitsland. Een maand later werd de Vaarplicht ingevoerd. Elke opvarende van een Nederlands koopvaardijschip moest als dienstplichtige blijven varen. Soms tot nog 6 maanden ná de oorlog. Sommigen waren pas 16 jaar oud.
'We moeten varen'
Zo werden honderden zeelieden plots soldaat. Matrozen, vissers, koksmaatjes, kabelgasten en marconisten; allemaal werden ze zonder militaire training de oorlog ingetrokken. Ze konden niet naar huis. Weigeren betekende landverraad. Maar veel zeelieden waren er ook trots op hun bijdrage aan de strijd te kunnen leveren.
Matroos Henk van 't Wout beschreef dit in een liedje zo:
Wij varen voort tot Nederland weer vrij is
Wij varen voort met onze koopvaardij
Wij varen voort tot de vijand is verslagen
Wij varen voort tot wij naar huis kunnen gaan.
Al die tijd hadden ze nauwelijks contact met het thuisfront. Een telegram van slechts 25 woorden via het Rode Kruis, dat was het enige. Veel zeelui wisten niet hoe het thuis ging. Hun familie en geliefden moesten het vaak met geruchten doen. Hoe eenzaam moet dat geweest zijn.
Opvarende Brolsma beschrijft het als volgt: "Wat zal deze trip ons brengen? Bewapening hebben we niet. Moederziel alleen gaan we naar die hel toe. Zien we ooit onze dierbaren terug? Afwachten is het enige wat erop zit. We moeten varen."
Na thuiskomst was er voor hun verhalen weinig ruimte.
Maar wij luisteren nu wel. We beseffen hoe angstig het zeemansbestaan destijds was. Altijd die angst voor een zeemijn, torpedo of een bommen vanuit de lucht. Duitse onderzeeërs omsingelden de in konvooi varende schepen als een roedel jagende wolven.
Reddingsacties waren onmogelijk. Als een schip geraakt was, moest het konvooi blijven varen. Oponthoud betekende gevaar. Als je geluk had, kon je als drenkeling nog in een reddingssloep kruipen. Maar ook dan was je je leven niet zeker. Bijna 1 op de 6 van de Nederlandse opvarenden komt nooit meer thuis.
Zo ook de Rotterdamse broers Dirk en Johannes Kentgens uit het Oude Westen. Zij varen op het vrachtschip Stad Alkmaar. Op 7 september 1940 vaart het schip in konvooi langs de kust van Engeland. Midden in de nacht volgt een aanval door Duitse torpedoboten. De bemanning gaat in reddingboten van boord, maar komen alsnog om in de aanval. Ook de twee Rotterdamse broers krijgen een zeemansgraf.
Hoewel we al sinds de jaren 50 hier herdenken, is het doorgeven van verhalen van het koopvaardijpersoneel niet vanzelfsprekend.
Van de marine en de landmacht is alles al snel na de oorlog in kaart gebracht. Het onderzoek naar de rol van de koopvaardij bleef achter.
Ik ben dan ook dankbaar voor het werk van de Stichting koopvaardijpersoneel 1940-45. In hun databank die later vandaag wordt gepubliceerd, is van alles te vinden over de koopvaardijschepen en hun bemanning.
Dankzij deze databank weten we wie meevoeren, welke schepen betrokken waren, wat de heldendaden waren, welke bestemmingen werden aangedaan en wat er zoal werd vervoerd. Kortom, de rol van de koopvaardij tijdens de Tweede Wereldoorlog in al zijn glorie.
Die rol mag niet vergeten worden. Blijf daarom uw verhalen delen. Daarmee doen we recht aan de mensen die het leven lieten voor onze vrijheid.
Zij moesten varen.
Herdenking ere- en oorlogsgraven Crooswijk
Goedemiddag allemaal, fijn dat u vandaag bij de herdenkingsbijeenkomst op begraafplaats Crooswijk aanwezig bent.
Op deze oude en mooie plek liggen in verschillende ere- en oorlogsgraven slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog begraven. Gewone Rotterdammers; verzetsmensen, slachtoffers van de bombardementen en dwangarbeiders.
Maar ook soldaten die sneuvelden bij de pogingen ons land te bevrijden van de Duitse bezetters. Zoals de vier Engelse piloten Kidd, Isaacs, Moore en Wells.
Vandaar dat de Royal Air Force vandaag ook aanwezig is om samen met ons te herdenken.
I'd like to extend a warm welcome to our friends from the United Kingdom. It's great to have members of the Royal Air Force Squadron with us today.
It was your prime minister Winston Churchill that said: 'Never give in. Never, never, never. Never yield to force. Never yield to the apparently overwhelming might of the enemy.'
And so, we fought side by side against Nazi Germany.
Door de krachten te bundelen, door eensgezind tegen de nazi's op te trekken, werd Duitsland verslagen en werden bezette gebieden bevrijd.
Vandaag staan we stil bij alle militairen die in die strijd het leven lieten. Bij de Nederlandse soldaten die stad en land verdedigden. En bij de geallieerde strijdtroepen die ons te hulp schoten.
We denken aan de verzetsleden die vanwege hun acties opgepakt en vermoord werden. Aan dwangarbeiders die ver van huis en hun geliefden omkwamen in Duitse fabrieken.
We herdenken de mensen die om het leven kwamen in de bezette gebieden. Bij bombardementen, zoals het eerste bombardement op 14 mei 1940 of het bombardement van Bospolder-Tussendijken op 31 maart 1943.
Baby Clasina is het jongste geregistreerde slachtoffer. Als ze 19 dagen oud is, op 14 mei, gaat ze met haar moeder en grote zus op bezoek in de Teilingerstraat. Ze komen nooit meer thuis. Een bom maakt een einde aan hun leven. Vader Johannes blijft alleen achter.
We staan ook stil bij de mensen die als minderwaardig bestempeld werden. Die systematisch en op wrede, mensonterende wijze in concentratiekampen werden vermoord.
Zoals het gezin van de joodse Mozes. Eerst verliest hij zoon Jacob; hij is bijna 5 als er een bom op hun Rotterdamse huis valt. Vervolgens wordt de familie opgepakt en op transport gezet.
Mozes wordt op 10 november 1942 in Mauthausen vermoord. Hij is 32 jaar oud. Zijn vrouw Henriette komt met de twee andere kinderen in Auschwitz terecht. Op 17 september 1942 worden zij vermoord. Henriette is 32 jaar, haar zoontjes 8 en 4.
Twee families, uiteengerukt en vermoord. Net als zoveel andere gezinnen tijdens de oorlog, mensen zoals u en ik.
We herdenken hen en alle andere mensen die gesneuveld zijn. Ook in latere conflicten, in Nederlands-Indië, in Korea en bij vredesoperaties.
Dat doen we om de herinneringen levend te houden. Zodat we kunnen leren van het verleden. En dat die lessen nog steeds actueel zijn, zien we elke dag in het nieuws.
Winston Churchill zei in 1941 'never yield'. Oftewel geef nooit op. President Zelensky van Oekraïne zegt feitelijk hetzelfde.
Opgeven betekent toegeven aan agressie. Aan het onrechtmatig inpikken van land, aan het martelen en vermoorden van onschuldige burgers.
Vrede en stabiliteit zijn belangrijk voor ons allemaal. Enorm belangrijk. Zó belangrijk dat je er soms voor moet vechten. Dat je een agressor moet laten zien dat zijn gedrag nooit beloond zal worden.
Opstaan tegen agressie is niet makkelijk. Het vereist standvastig leiderschap, lef en moed. Maar ook de bereidheid om offers te brengen. Om je leven in de waagschaal te stellen.
En het vraagt om eensgezinde bondgenoten. Zoals we nu in Oekraïne kunnen zien. Zoals we destijds zagen in de gezamenlijke strijd tegen de Duitse agressor.
Vandaag herdenken we de slachtoffers van oorlogsgeweld. Delen we hun verhalen, herinneren we hun namen.
Zoals de namen van baby Clasina, zus Maria, moeder Hendrika en vader Johannes, die alleen achterbleef.
Van Mozes en Henriette met zonen Mozes, Jacob en Hartog.
En van Kidd, Isaacs, Moore en Wells, de vier gesneuvelde Engelse piloten die hier hun laatste rustplaats vonden.
Hun indrukwekkende en ontroerende verhalen moeten we blijven delen, blijven vertellen. Elk jaar opnieuw.
Om de slachtoffers te eren. Om de gevallen strijders te bedanken voor het grote offer dat zij brachten voor onze vrijheid.
En om hun verhalen door te geven aan jongere generaties. Aan de mensen die onze stad op de schouders zullen nemen, in vrijheid en vrede.
Herdenking Laurenskerk
Je loopt er zo aan voorbij, de herdenkingsplaquette in de Sociëteit van Koninklijke Roei- en Zeilvereniging De Maas. Dat weet ik uit ervaring, want ik kom er regelmatig, in dat mooie Art Nouveau gebouw aan de Veerhaven.
November vorig jaar nog. Ik was uitgenodigd om een boekje in ontvangst te nemen, ter nagedachtenis aan de 29 leden die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen. De 29 namen die op de plaquette vermeld staan.
De jongste is 18 jaar, Dicky van Rietschoten. Om dwangarbeid voor de Duitsers te ontlopen, duikt matroos Dicky onder op het binnenvaartschip waar hij werkt. Op 13 mei 1943 ligt zijn schip in een haven nabij Duisburg. Daar wordt het door getroffen door Engelse bommen. De schipper raakt gewond en valt overboord.
Dicky, zelf ook gewond, springt hem achterna. Maar zijn reddingsactie mislukt. Hij komt zelf in de problemen. In het ziekenhuis, of onderweg daarnaartoe, overlijdt hij. Dicky ligt begraven op Oud-Kralingen.
De oudste op de plaquette is Anton Kortlandt, 53 jaar. Hij is Havenmeester van Rotterdam.
Vanaf het begin van de oorlog informeert hij de Nederlandse regering in Engeland over Duitse activiteiten in de haven. Later deelt hij die inlichtingen ook met verzetsgroepen.
Zelf maakt Anton ook deel uit van het verzet. Eind '41 wordt hij verraden, waarschijnlijk door een medewerker van de havendienst. Hij belandt in de gevangenis, maar dat loopt nog goed af. Na 16 dagen komt hij vrij en gaat weer door met zijn spionagewerk.
Een half jaar later krijgt Anton een slecht voorgevoel. Hij besluit met een groepje geestverwanten de oversteek te maken naar Engeland. Op 18 mei '42 verzamelen ze in de haven van IJmuiden. Maar de plannen zijn verraden. Ze worden allemaal gearresteerd.
Anton Kortlandt zit tot juni 1944 in de Scheveningse gevangenis. Na de geallieerde invasie in Normandië worden de gevangenen op transport gezet naar Duitsland. Via Kamp Vugt komt Anton in kamp Neuengamme bij Hamburg terecht. Daar overlijdt hij aan dysenterie, op 17 november 1944.
29 verhalen in een boekje van 51 pagina's, gepubliceerd in 2022. 77 jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog. De namen zijn terug te vinden in archieven en naslagwerken. Maar dit boekje geeft hun een gezicht. Het maakt ons duidelijk hoe moedig deze mensen waren. Hoeveel zij op het spel hebben gezet voor het land, voor de stad. Voor hun medemens.
Hans van Mierlo zei ooit op 4 mei: 'Oorlog is niet één drama van miljoenen. Oorlog is miljoenen malen het drama van één'. Persoonlijke verhalen zijn belangrijk. Ze doen ons beseffen hoe ingrijpend oorlog is. Ze dwingen ons na te denken over onze eigen levens, onze eigen keuzes, ons moreel kompas. Zouden wij diezelfde moed op kunnen brengen, als 't erop aan komt?
De moed van mensen als Willem Ruys, voorzitter van Koninklijke Roei- en Zeilvereniging De Maas en directeur van de Rotterdamse Lloyd. In 1940 en 1941 protesteert hij tegen de vordering van het clubgebouw en de boten door de Duitsers. Tweemaal belandt hij ervoor in de gevangenis.
In 1942 wordt Willem Ruys voor de derde keer gevangengenomen.
Als gijzelaar dit keer, met 600 andere prominente Nederlanders. Ze komen in strafkamp Haaren terecht, in Noord-Brabant. Zijn verblijf duurt echter niet lang.
Na een mislukte overval in Rotterdam op een trein met Duitse soldaten wordt hij met vier andere gijzelaars gefusilleerd, uit vergelding. De verslagenheid bij zijn familie en bij De Maas is groot.
De Tweede Wereldoorlog betekende voor de 29 leden van De Maas een dramatisch keerpunt. Zij overleefden niet, en het leven van hun familie en vrienden veranderde voorgoed. Ook onze stad, ons land en onze wereld bevinden zich op een keerpunt. Ook onze keuzes zullen grote gevolgen hebben.
Er is zo veel dat ons hoofdbrekens kost. De oorlog in Oekraïne, de groeiende instabiliteit en onrechtvaardigheid, de gevolgen van klimaatverandering. Als we nu niet dapper zijn, zadelen we toekomstige generaties op met nog zwaardere keuzes.
Als burgemeester en vader van vier kinderen (en inmiddels grootvader) maak ik mij zorgen over de grote veranderingen die zij gaan meemaken.
Wij zijn de eerste generatie die weer geconfronteerd wordt met een oorlog in Europa. Met een humanitaire crisis, een dreigende hongersnood, energiearmoede en zorgwekkende ontwikkelingen op het wereldtoneel tot gevolg.
Als wij er niet in slagen om klimaatverandering te keren, hebben onze kleinkinderen geen ademruimte meer. Dan worden grote delen van de wereld praktisch onbewoonbaar. Hitte, droogte en overstromingen veroorzaken niet alleen breuken in het landschap. Ook in de wereldgemeenschap. Breuken waarover velen zullen struikelen. Waarin velen zullen vallen.
We moeten pal staan voor onze rechtsstaat en democratie. Voor een sterk Europa. Dat is de beste weg naar vrede en stabiliteit. Stabiliteit die nodig is voor grote beslissingen en duurzame oplossingen. Daarom is herdenken zo belangrijk. Om stil te staan bij het morele kompas en de moed van anderen. Die 29 verhalen van Maasleden hebben nog niets aan relevantie ingeboet.
Ook deze tijd vraagt om lef en leiderschap. De motivatie om te strijden voor het goede.
Hoe sterk moed en motivatie zijn, kunnen we dagelijks terugzien in het nieuws over de oorlog in Oekraïne. Moed maakt het verschil tussen winnen en verliezen.
Ik ben benieuwd wat die moedige mensen van toen van de huidige tijd hadden gevonden. Wat voor keuzes zij nu zouden maken. Voortaan sta ik even stil bij die herdenkingsplaquette, met deze vragen in mijn achterhoofd.
Herdenking Stadhuisplein
Als ik uit het raam van mijn werkkamer kijk, zie ik dit bronzen beeld. Het monument voor alle gevallenen in de Tweede Wereldoorlog. De twee mannen, de vrouw en het kind staan hier sinds 4 mei 1957.
Prinses Wilhelmina onthulde het monument, waarop ook haar woorden 'Sterker door Strijd' te lezen zijn. Wilhelmina sprak de woorden na haar terugkeer uit Engeland. Rotterdam heeft het devies in het stadswapen opgenomen.
De vrouw rouwt om wat er verloren is gegaan. De man kijkt naar de toekomst, bouwt weder-op met zijn schop. De andere man en het kind staan tussen hen twee in. Net zoals dit beeld tussen het vooroorlogse stadhuis en de nieuwe Lijnbaan staat.
Zonder verleden geen heden.
Zonder verleden geen toekomst.
We varen een goede koers vooruit als we goed in onze achteruitkijkspiegels kijken.
De vrouw vraagt ons het verleden niet te vergeten, de offers die zijn gebracht.
De mannen vragen goed voor onze stad te zorgen.
En het kind? Dat luistert naar beiden. Het kind dat de stad ooit op zijn schouders zal nemen.
De Databank Koopvaardij. Link opent een externe pagina wordt op donderdag 4 mei 2023 om 11.30 uur gelanceerd door Koninklijke Hoogheid Prinses Margriet der Nederlanden, petekind van de Nederlandse koopvaardij, aansluitend op de herdenking bij het Nationaal Koopvaardijmonument 'De Boeg' in Rotterdam. Vanaf dat moment is de Databank gratis toegankelijk.
- 9.30 uur: Ontvangst genodigden bij het monument
- 9.45 uur: Uitvoering met koraalmuziek door het Nederlands Douane Orkest
- 9.59 uur: Welkom door ceremoniemeester
- 10.00 uur: Het 'slaan van 4 glazen' op de scheepsbel door Zeekadetkorps Rotterdam
- 10.01 uur: Vlag halfstok hijsen door Zeekadetkorps Rotterdam
- 10.02 uur: Signaal Taptoe
- 10.03 uur: 1 minuut stilte
- 10.04 uur: Uitvoering van het 1e couplet van het Wilhelmus door het Nederlands Douane Orkest
- 10.05 uur: Woord van herdenking door burgemeester Ahmed Aboutaleb
- 10.08 uur: Kranslegging met koraalmuziek door het Nederlands Douane Orkest
- 10.30 uur: Toespraak dominee Helene Perfors van Protestants Koopvaardijwerk Rijnmond
- 10.35 uur: Vervolg kranslegging met koraalmuziek door het Nederlands Douane Orkest
- 10.55 uur: Défilé langs het monument met koraalmuziek door het Nederlands Douane Orkest
- 11.00 uur: Ontvangst in restaurant Prachtig
- 11.30 uur: Einde
- 13.30 uur: Inloop genodigden
- 14.00 uur: Plechtige herdenkingsbijeenkomst
- 14.25 uur Einde herdenkingsbijeenkomst
*De kransleggingen vinden in beslotenheid plaats voorafgaand aan de herdenkingsplechtigheid. Uiteraard bent welkom om na afloop van de ceremonie langs de monumenten te wandelen.
- 16.00 uur: Inloop herdenking via centrale hal Stadhuis
- 16.15 uur: Signaal 'Geeft Acht'
- 16.16 uur: Kranslegging:
- Gemeente Rotterdam - Burgemeester Ahmed Aboutaleb
- Stichting Loods 24 en Joods Kindermonument
- Joodse Gemeenschap Rotterdam
- 16.25 uur: Signaal taptoe - 1 minuut stilte
- 16.27 uur: Signaal voorwaarts
- 16.28 uur: Woord van herdenking door Dalit Hospers
- 16.35 uur: Woord van herdenking door Arie Martijn
- 16.45 uur: Einde herdenkingsbijeenkomst.
- 18.15 uur: Laurenskerk open
- 18.15 uur: Orgelspel door Laurens-organist Hayo Boerema
- 18.45 uur: Laurens Collegium
- 18.50 uur: Woord van herdenking door burgemeester Ahmed Aboutaleb
- 18.58 uur: Eerste intermezzo door Codarts Rotterdam
- 19.06 uur: Toespraak door John Buijsman
- 19.14 uur: Tweede intermezzo door Codarts Rotterdam
- 19.22 uur: 6e couplet Wilhelmus door Laurens-organist Hayo Boerema
- 19.25 uur: Verlaten van de Laurenskerk
- 19.30 uur: Formeren van de stille tocht
- 19.35 uur: Vertrek stille tocht
Kijk hieronder voor het programma op het Stadhuisplein.
- 19.40 uur: Uitvoering door het Orkest Koninklijke Marechaussee
- 19.50 uur: Aankomst stille tocht
- 19.57 uur: Welkomstwoord door ceremoniemeester
- 19.58 uur: Kranslegging namens het gemeentebestuur door burgemeester Ahmed Aboutaleb
- 19.59 uur: Signaal Taptoe
- 20.00 uur: 2 minuten stilte
- 20.02 uur: Uitvoering van het 1e couplet van het Wilhelmus door het Orkest Koninklijke Marechaussee
- 20.03 uur: Kranslegging met koraalmuziek door het Orkest Koninklijke Marechaussee
- 20.13 uur: Woord van herdenking door burgemeester Ahmed Aboutaleb
- 20.18 uur: Vervolg kranslegging met koraalmuziek door het Orkest Koninklijke Marechaussee
- 20.25 uur: Kranslegging overige belangstellenden
- 20.32 uur: Défilé langs het monument met koraalmuziek door het Orkest Koninklijke Marechaussee.
Locaties herdenkingen
Op de kaart hieronder vindt u een overzicht van alle herdenkingen in 2023 met de bijbehorende locaties.
Mist u een herdenkingslocatie op de kaart? Mail dan naar herdenkingen@rotterdam.nl. Link opent een externe pagina.
De Vallende Ruiter
Programma
19.15 - 20.15 uur: Kranslegging bij het monument 'De Vallende Ruiter' aan de Mijnsherenlaan.
De herdenkingsrede wordt uitgesproken door wethouder Simons.
Herinneringen ooggetuigen
Op 12 maart 1945 halen de Duitsers in alle vroegte 30 mannen uit de gevangenis in Scheveningen op en nog eens 10 die gevangen zaten op politiebureau Haagsche Veer in Rotterdam. Twintig van hen worden om half negen ‘s ochtends doodgeschoten op het Hofplein. Twee uur later worden de andere twintig vermoord op de hoek van de Pleinweg en de Goereesestraat in Rotterdam-Zuid. De fusillade is een wraakactie voor de aanslag op de hoogste functionaris van de Ordnungspolizei en de liquidatie van de Duitse SD'er Rohmer.
Bep van Beek is een knulletje van vier jaar als hij met zijn moeder op bezoek gaat bij zijn tante op het Afrikaanderplein. Ze gaan lopend en als ze aan het einde van hun straat de hoek omgaan, zien ze tegen een talud twintig dode mannen liggen. Een beeld dat hij nooit meer vergeet.
'Mijn moeder wilde snel omdraaien, maar de Duitsers dwongen haar om erlangs te lopen én te kijken. 'Doorlopen en niet kijken!', fluisterde ze tegen mij. Maar ik keek natuurlijk toch. Hoewel ik nog nooit eerder dode mensen gezien, had ik toch direct door dat die mannen niet meer leefden. Eentje droeg er boerenklompen en dat beeld is me altijd bijgebleven. Zeer ontdaan kwamen we bij mijn tante aan. De fusillade was nog lang het gesprek van de dag. Als jochie was ik mij daar niet zo van bewust. Het leven ging door. Ik heb er later gelukkig geen last van gekregen, maar vergeten zal ik het nooit! Nog elk jaar ga ik naar de dodenherdenking bij de Vallende Ruiter.'
Nadat z'n amandelen zijn geknipt, loopt Arie Bezemer als jochie van acht jaar met zijn moeder van de Medische Dienst aan de Riederlaan terug naar huis. In de verte stopt er een colonne auto's. Er stappen Duitse soldaten uit en heel veel mannen. De kleine Arie wil blijven staan, maar zijn moeder zegt 'doorlopen!'
'Terwijl we doorliepen, keek ik natuurlijk toch een paar keer om. Ik zag soldaten schieten en mannen op de grond vallen. Het geluid van die schoten hoor ik nog steeds helder in mijn hoofd als ik eraan terugdenk. Opeens kwam er heel hard een paard en wagen aanrijden. De jongen op de bok schreeuwde 'ze gaan mijn baas doodschieten, ze gaan mijn baas doodschieten…!' Dat maakte veel indruk. Later bleek dat de baas van die jongen op bevel had moeten kijken naar de fusillade. Thuis vertelde ik mijn buurjongens wat er gebeurd was. Zij wilde gaan kijken bij de slachtoffers. Ik vroeg aan mijn moeder of ik ook mee mocht. Ze zei: 'Je mag gaan kijken, maar doe het niet. Want het klopt niet.' Ik ben toen niet meegegaan en daar heb ik tot op de dag van vandaag geen spijt van. Later heb ik nog dikwijls gespeeld met het Tamboer- en Pijperkorps tijdens de dodenherdenking bij het monument De Vallende Ruiter.'
Ruud Lamers vond in het dagboek van zijn moeder Bep van Daalen een dagboekfragment over de fusillade bij het Hofplein. Ze schreef als meisje van 15 jaar op 12 maart 1945 het volgende:
'Het is vandaag weer een enge dag geweest. Vanmorgen zou ik naar Sjaan gaan en ik liep daar bij het Hofplein en daar zag ik een hoop mensen staan. Ik kwam dichterbij en daar lagen twintig mannen doodgeschoten. Ik kwam bij Sjaan d'r moeder aan en daar heb ik zitten brullen. Toen ik thuiskwam begon ik weer, want het was zo'n vreselijk gezicht. Er lag ook een jongen bij van ongeveer 15 jaar oud, erg hè. Aan Overmaas zijn er ook twintig neergeschoten. Ik was er de hele dag akelig van. Bah. Ook is Sjaan haar Opa gisteravond gestorven.'