Dodenherdenking
Jaarlijks herdenken we op 4 mei alle burgers en militairen die in het Koninkrijk der Nederlanden of waar ook ter wereld zijn omgekomen of vermoord sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, in oorlogssituaties en bij vredesoperaties.
We zijn om 8 uur 's avonds 2 minuten stil. Uit respect voor de offers die zijn gebracht. Offers voor onze vrijheid.
Bent u er ook bij? Want Rotterdam Herdenkt. U toch ook?
'Nooit Meer Oorlog'
De oorlog in Oekraïne die begin 2022 uitbrak, confronteert ons met het feit dat oorlog in Europa helaas nog lang niet tot het verleden behoort.
Burgemeester Aboutaleb: ''Nooit Meer Oorlog' betekent niets, als we de daad niet bij het woord voegen. Niet alleen regeringen, maar wij allemaal.
We moeten allemaal bereid zijn ruimte in ons huis, ons hoofd en hart te maken.
Een boterham minder te eten, de verwarming lager te draaien als dat moet.'
Herdenkingen in de stad
Herdenken doen we samen en dat kan op verschillende plekken in de stad.
De burgemeester legt namens het gemeentebestuur kransen op een aantal van deze plekken.
De centrale herdenking, met om 20.00 uur 2 minuten stilte, is op het Stadhuisplein.
Gedichten 4 mei 2022
Casus Belli
Praat niet goed dat je vroeg om 'versterking die hoog over gaat -nu rekruteren!'
Je tuimelt van een brug, je wiekt tussen aeonen, lading op lading, megafoon aan je lippen:
'Ik verlies alleen van mezelf…'
Praat niet goed dat iemand geloofde dat je je bukte.
Je zag iets wat groter was dan hoe een stad zich losmaakt uit haar wade, of bedoelde je woede?
Je streelde je schedel, er was gewoon te weinig tijd om iets anders te verzinnen dan je naam.
Iemand vond je muts, later zag iemand de gebroken stam van de ratelpopulier, de ratelpopulier waarover je zei: 'Die wist alles, die wilde ouder worden dan die en die en die en die en die.'
zouden zij die schreeuwden om onze hulp
gehoord worden in hun machteloosheid
was iedereen op afstand vrij van schuld
van onwetendheid en achteloosheid
zouden zij die zich verzetten, winnen
wanneer wij de aandacht niet verloren?
wanneer zij wérkelijk buiten zinnen
langer dan even, met méér dan woorden
zouden zij die vluchtten van huis en haard
op uitsluitend open armen stuiten
maakten we ongeacht plek op de kaart
plaats voor ze, voorbij verschil van buiten
zouden zij die vielen, zijn gevallen
als anderen zouden zijn opgestaan?
zouden ze meer zijn dan slechts getallen
dan de geschiedenis van vooraf aan
zouden zij die huilden, zijn onthouden
ging het niet langer gruwelijk verkeerd
zou zich nooit nóg een oorlog ontvouwen
hadden we eerdere lessen geleerd
we kunnen hier samen zó veel beter
weliswaar in het ogenschijnlijk klein
met dúrven spreken na dúrven weten
van hoe verschrikkelijk de mens kan zijn
door anders te doen dan hoe we deden
bij onrecht, waar en jegens wie. dan. ook.
door een zijden draadje zélf te wezen
een beetje liefde, een sprankje hoop
tot gelijkenissen niet meer deren
bij wat we voelen van andermans pijn
zouden we zó onze vrijheid eren
zouden levens een stúk gelijker zijn
laat dit een dag zijn waarop we samen
steun betuigen maar óók hardop dromen
en vreedzaam vechten voor idealen
van mededogen naar mede pogen
Locaties herdenkingen
Op de kaart hieronder vindt u een overzicht van alle herdenkingen in 2022 met de bijbehorende locaties.
De Vallende Ruiter - herinneringen ooggetuigen
Op 12 maart 1945 halen de Duitsers in alle vroegte 30 mannen uit de gevangenis in Scheveningen op en nog eens 10 die gevangen zaten op politiebureau Haagsche Veer in Rotterdam. Twintig van hen worden om half negen ‘s ochtends doodgeschoten op het Hofplein. Twee uur later worden de andere twintig vermoord op de hoek van de Pleinweg en de Goereesestraat in Rotterdam-Zuid. De fusillade is een wraakactie voor de aanslag op de hoogste functionaris van de Ordnungspolizei en de liquidatie van de Duitse SD'er Rohmer.
Bep van Beek is een knulletje van vier jaar als hij met zijn moeder op bezoek gaat bij zijn tante op het Afrikaanderplein. Ze gaan lopend en als ze aan het einde van hun straat de hoek omgaan, zien ze tegen een talud twintig dode mannen liggen. Een beeld dat hij nooit meer vergeet.
'Mijn moeder wilde snel omdraaien, maar de Duitsers dwongen haar om erlangs te lopen én te kijken. 'Doorlopen en niet kijken!', fluisterde ze tegen mij. Maar ik keek natuurlijk toch. Hoewel ik nog nooit eerder dode mensen gezien, had ik toch direct door dat die mannen niet meer leefden. Eentje droeg er boerenklompen en dat beeld is me altijd bijgebleven. Zeer ontdaan kwamen we bij mijn tante aan. De fusillade was nog lang het gesprek van de dag. Als jochie was ik mij daar niet zo van bewust. Het leven ging door. Ik heb er later gelukkig geen last van gekregen, maar vergeten zal ik het nooit! Nog elk jaar ga ik naar de dodenherdenking bij de Vallende Ruiter.'
Nadat z'n amandelen zijn geknipt, loopt Arie Bezemer als jochie van acht jaar met zijn moeder van de Medische Dienst aan de Riederlaan terug naar huis. In de verte stopt er een colonne auto's. Er stappen Duitse soldaten uit en heel veel mannen. De kleine Arie wil blijven staan, maar zijn moeder zegt 'doorlopen!'
'Terwijl we doorliepen, keek ik natuurlijk toch een paar keer om. Ik zag soldaten schieten en mannen op de grond vallen. Het geluid van die schoten hoor ik nog steeds helder in mijn hoofd als ik eraan terugdenk. Opeens kwam er heel hard een paard en wagen aanrijden. De jongen op de bok schreeuwde 'ze gaan mijn baas doodschieten, ze gaan mijn baas doodschieten…!' Dat maakte veel indruk. Later bleek dat de baas van die jongen op bevel had moeten kijken naar de fusillade. Thuis vertelde ik mijn buurjongens wat er gebeurd was. Zij wilde gaan kijken bij de slachtoffers. Ik vroeg aan mijn moeder of ik ook mee mocht. Ze zei: 'Je mag gaan kijken, maar doe het niet. Want het klopt niet.' Ik ben toen niet meegegaan en daar heb ik tot op de dag van vandaag geen spijt van. Later heb ik nog dikwijls gespeeld met het Tamboer- en Pijperkorps tijdens de dodenherdenking bij het monument De Vallende Ruiter.'
Ruud Lamers vond in het dagboek van zijn moeder Bep van Daalen een dagboekfragment over de fusillade bij het Hofplein. Ze schreef als meisje van 15 jaar op 12 maart 1945 het volgende:
'Het is vandaag weer een enge dag geweest. Vanmorgen zou ik naar Sjaan gaan en ik liep daar bij het Hofplein en daar zag ik een hoop mensen staan. Ik kwam dichterbij en daar lagen twintig mannen doodgeschoten. Ik kwam bij Sjaan d'r moeder aan en daar heb ik zitten brullen. Toen ik thuiskwam begon ik weer, want het was zo'n vreselijk gezicht. Er lag ook een jongen bij van ongeveer 15 jaar oud, erg hè. Aan Overmaas zijn er ook twintig neergeschoten. Ik was er de hele dag akelig van. Bah. Ook is Sjaan haar Opa gisteravond gestorven.'