Ga naar de hoofdinhoud

Leestijd: 3 min

André Drost

Veteraan André Drost | Foto: Louis Meulstee
André Drost

Het verhaal van veteraan André Drost - Libanon (1980) als dienstplichtig militair, mortierist bij de Infanterie Ondersteuningscompagnie.

'Het is in Libanon voor even maar in je hoofd voor je leven'

'Ik had jarenlang helemaal geen contact met andere veteranen. Pas na 2015, toen het draaginsigne Nobelprijs VN-militairen aan veteranen werd uitgereikt, ging  ik naar Veteranendagen. Sindsdien ben ik elk jaar geweest. Ook in Rotterdam, die is wat kleinschaliger. Ik kom nooit iemand uit mijn lichting tegen, wel van eerdere en latere uitzendingen, en met hen heb ik nu veel contact. Hoewel ieders ervaring anders is, kunnen we toch praten over wat we in Libanon hebben meegemaakt. Gelukkig ook over andere dingen! We hebben een wandelclub, ik doe twee keer per week een tocht met iemand in de omgeving. En de volgende Vierdaagse zit in de planning.'

Een andere wereld

'Ik kreeg vóór de uitzending weinig instructie over de gebruiken en de verhoudingen in Libanon. Ik was pas negentien, en kwam van een gereguleerd westers land terecht in een oorlogsgebied. Ik merkte snel dat de wereld ingewikkelder in elkaar zit dan hoe het in het vreedzame Nederland lijkt. Toch was het bijzonder om andere mensen en een andere mentaliteit te leren kennen. Ik ontwikkelde snel het gevoel dat ik voor mijn medemens moest zorgen. Voor mijn peloton, maar ook voor de locals. De stedelingen waren moderne mensen, en blij dat wij er waren. Maar veel mensen in de dorpen waren fel gekant tegen onze aanwezigheid. We werden geïntimideerd en beschoten.

Die tijd heeft mij totaal veranderd, ik heb nare dingen meegemaakt. Bombardementen in de verte waren onwerkelijk. Ik reed eens met een konvooi door een getroffen gebied en voelde me machteloos. Ik wilde stoppen en helpen, maar wat kon ik doen? Ik was getuige van vreselijke familiedrama’s, zoals eerwraak en lijfstraffen.  Zelf ben ik een keer aangevallen door een dorpeling met een zwaard. Op de basis draaide een medesoldaat door en hij verwondde mij daarbij. Hij deed vaker rare dingen, maar mijn commandant ondernam geen actie, omdat de missie nog maar drie weken zou duren. Mijn peloton was geen hecht team.

Terug in Nederland hoorde ik dat veel van hen ernstige problemen kregen, zelfs resulterend in zelfdoding. De leiding toen was ook onervaren en matig voorbereid. Ondanks alles zou ik het zo weer doen. Ik ben jaloers op degenen die nu op missie gaan. Niet op de bermbommen en het geweld, maar op hun betere voorbereiding, organisatie en begeleiding, vóór, tijdens en na. Wij kregen verouderd materiaal, hadden een onhelder mandaat, mochten ‘in principe zo min mogelijk geweld gebruiken’ en voerden dan maar onze orders uit.'

Weer thuis

'Je mocht vroeger het thuisfront niets vertellen, maar mijn vader zag meteen dat ik er slecht aan toe was. Het duurde vijf jaar voordat ik weer de rust had om te gaan studeren. Ik ben docent geworden. In 2016 had ik een burn-out, met veel slaapproblemen en nachtmerries. Mijn bedrijfsarts stuurde mij naar de Militaire Geestelijke Gezondheidszorg, MGGZ. Het bleek dat ik een posttraumatische stressstoornis had, PTSS, als gevolg van mijn tijd in Libanon. Daar ben ik vijftien maanden voor behandeld. Alles heeft tot op heden grote invloed op mijn leven en op dat van mijn familie. Het is in Libanon voor even maar in je hoofd voor je leven. Ik heb sindsdien enorm veel aan de mensen die ik op de Veteranendagen heb ontmoet, dat zijn echte vrienden geworden. Hoewel ze van andere lichtingen zijn, is er toch veel dat ons bindt.'