Wonen op Zuid
De Rotterdamse bevolking neemt flink toe. Daarom bouwen we de komende jaren door aan nieuwe woningen voor verschillende mensen met verschillende wensen. We bouwen daarmee aan veerkrachtige wijken. Ook #opzuid.
Bouwen #opzuid
Nieuwe en toekomstbestendige woningen zijn dus hard nodig. Ook op zuid. Het woningaanbod is daar te eenzijdig. In sommige wijken op zuid bestaat het totale aantal woningen voor bijna 90% uit sociale huurwoningen. Veel mensen komen hiervoor niet in aanmerking. Mensen die toe zijn aan een volgende stap in hun woon-carrière, trekken daarom de stad uit of verhuizen naar een ander wijk.
Daarom bouwen we nieuwe en grotere woningen, veranderen we gebouwen tot (klus)woningen, maken we de basiskwaliteit van bestaande woningen goed, geven we subsidie voor het samenvoegen of vergroten van kleine woningen en maken door het slopen van kleine of verouderde woningen plaats voor nieuwe, toekomstbestendige woningen. Grote nieuwbouwontwikkelingen op zuid zoals Parkstad, Feyenoord City en Hart van Zuid zorgen samen voor ongeveer 5.500 nieuwe woningen.
Woonplezier voor iedereen
De gemeente Rotterdam stimuleert het in balans brengen van de woonwijken van de stad. Door het aanbod van kleinere en grotere woningen in een woonwijk in evenwicht te brengen, kunnen meer Rotterdammers in hun eigen omgeving een zogeheten wooncarrière maken. Uit onderzoek blijkt dat veel Rotterdammers gebruik maken van deze kans. Waar ze vroeger de wijk of zelfs de stad verlieten, blijven ze nu behouden voor de gemeenschap. Dat draagt bij aan een leefbare wijk en zorgt voor genoeg draagvlak voor nieuwe voorzieningen. In de serie 'Wonen op Zuid' vertellen deze doorstromers hun verhaal.
Elzo Niemeijer en Lloyd Keays wonen in een oud dijkhuis aan de Zuidhoek in Oud-Charlois. Onlangs bouwden ze uit, en creëerden ze zowel binnen als buiten meer ruimte.
'Je hebt een heel goed moment uitgekozen om langs te komen,' zegt Elzo, terwijl hij een stoel aanbiedt op het balkon, waar we beschutting vinden onder een waterval van gele bloemetjes. 'De goudenregen staat net helemaal in bloei. Sinds we een dakterras hebben, maken we dat veel intenser mee.'
Het terras, dat in het verlengde ligt van de woonkamer met open keuken, is er nog niet zo lang. Een jaar geleden bouwden Elzo en Lloyd enkele vierkante meters aan het souterrain van hun huis, om ruimte te maken voor een grotere badkamer en logeerkamer. Op het dak van die uitbouw, ontstond ruimte voor een dakterras.
Vanaf het terras kijk je de diepe tuin in, waar de goudenregen niet de enige blikvanger is. Daar waar ooit schepen door de trekvaart voeren, staat het nu vol groene bomen, planten en bloemen, een tuinhuisje en een vijver. Poes Frits scharrelt er zichtbaar genietend tussendoor.
'Een rare straat'
Elzo en Lloyd wonen al 17 jaar in hun dijkhuis aan de Zuidhoek in Oud-Charlois, maar komen allebei oorspronkelijk heel ergens anders vandaan. Elzo werd geboren in Groningen, ging naar de theaterschool in Amsterdam, en koos ervoor zich in die periode niet in de hoofdstad te vestigen, maar in Rotterdam: 'Dat zag ik in die tijd nog als een onderontwikkelde stad. Kaal, groot en avontuurlijk.' Hij vond een woning aan de Mathenesserdijk in Rotterdam-West, waar hij zich na een inbraak niet meer prettig voelde en naar Zuid verhuisde. 'Met mijn toenmalige partner huurde ik een appartement aan de Boergoensevliet. Toen de relatie uitging, bleef ik aan de Boergoensevliet wonen, inmiddels in een koopwoning.'
Niet lang daarna ontmoette Elzo de Canadese Lloyd. Eerst werd er ge-LAT, tot Lloyd een baan in Nederland vond en bij Elzo introk. 'We woonden eigenlijk heel fijn op de Boergoensevliet,' zegt Elzo. 'Al was het vrij klein. We waren niet op zoek naar iets anders, maar toen we dit dijkhuis aan de Zuidhoek te koop zagen staan, wás dat het gewoon: drie verdiepingen, een tuin, en de mogelijkheid om alles naar onze hand te zetten.'
Elzo en Lloyd moesten hun uitzicht op de groene Boergoensevliet gedag zeggen, en kregen er uitzicht op sociale woningbouw voor in de plaats. 'Dat was even wennen,' zegt Lloyd.
'De Zuidhoek is natuurlijk een rare straat. Je vindt er een paar van de meest charmante pandjes van de stad, maar ook sociale woningbouw en andere goedkope rotte appels, die door huisjesmelkers volgestopt worden met Bulgaarse arbeiders. Het is een allegaartje. In de jaren negentig was het een hotspot voor drugskoeriers, maar die tijd ligt gelukkig ver achter ons. Sinds de stijging van de huizenprijzen in Rotterdam zie je meer mensen de stap van noord naar zuid maken. Dit merken wij ook aan de samenstelling in onze wijk. Er zijn hier veel meer gezinnen met kinderen gekomen, wat de sociale verbinding ten goede komt. Maar het is van oorsprong een arbeiderswijk en dat blijft het. Het is hier nog lang geen Katendrecht!'
Lloyd: 'Laatst stond hier ineens een groep van zes kinderen in de tuin, om te vragen of onze poes Frits er met hun springtouw vandoor was gegaan. Heel gezellig, haha.'
Elzo: 'Ja, Frits is een echte verbinder. Er is ook een buurtappgroep, waar regelmatig een foto van Frits in wordt geplaatst door een buurman of buurvrouw: hij zit bij ons in de tuin!'
Vanuit de tuin kijkt Frits argwanend omhoog, naar die drie mensen op dat nieuwe dakterras, onder die uitbundige goudenregen: hebben jullie het over mij?
'Tijdens de verbouwing kregen we veel aandacht van buren: hoe gaat het, redden jullie het allemaal? Heel leuk,' zegt Lloyd. 'Op dit moment werk ik met de buurman samen aan een nieuwe schutting. Het contact in de buurt is goed. Het gaat heel organisch.'
Thuis in de wijk
Elzo en Lloyd hebben allebei drukke banen. Elzo is manager van een welzijnsorganisatie in Delft. Hij gaat elke dag op de fiets naar zijn werk, 50 minuten heen, 50 minuten terug. Lloyd reist veel naar het buitenland, en staat vanaf zijn voordeur in 40 minuten op Schiphol. 'Ik reis veel, en elke keer als ik terugkom uit het buitenland, en de taxi me voor de deur afzet, denk ik: ah. Dan valt alles van me af, dan ben ik thuis. Dit is mijn plek op de wereld, de plek waar ik gelukkig ben. Voor mij als Canadees is het hier op Zuid heel erg prettig toeven tussen de andere immigranten. Ik voel me thuis in deze mix van culturen. Er is een grote kunstenaarsgemeenschap, wat voor een speciale sfeer zorgt. Er zijn hier veel buurtinitiatieven, zoals De wijkkeuken, waar wij ook weleens aan hebben meegedaan. Het is net een dorp. En dat bevalt ons.'
Lloyd ervaart bovendien heel veel ruimte. 'Het is zo vrij. Je kunt naar de haven fietsen, waar je de weidsheid ervaart en waar altijd wat te zien is. Of verder, naar de Rhoonse grienden. Daar ben je meteen écht in de natuur. Ik heb zelfs al een paar keer in de Maas gezwommen, wat ook een leuke ervaring is. En dat vlakbij huis!'
Sinds de verbouwing geniet het koppel nog meer van het thuiszijn. Lloyd: 'Die paar meter extra heeft ons leven zo verbeterd! Het is heerlijk om zo makkelijk om van binnen naar buiten te kunnen lopen.'
Elzo: 'Al met al hebben we behoorlijk in het huis geïnvesteerd. Niet om de waarde op te krikken, maar omdat we hier nog heel lang willen blijven wonen. We hebben het hier gewoon ontzettend naar onze zin.'
Binnenkort gaan Setkin en Alice Sies de Zegenstraat verlaten, de straat waar ze in zeventien jaar van alles meemaakten. Door te verhuizen naar een voormalig schoolgebouw om de hoek, blijven ze dichtbij.
'Om de wereld te leren kennen, hoef ik mijn straat niet uit,' zegt Setkin Sies. 'Hier woont alles en iedereen door elkaar. Polen, Turken, Marokkanen, Antillianen, Roemenen, witte Nederlanders. De een is arm, de ander wat rijker. De een is sociaal zeer betrokken, de ander heeft het al druk genoeg met zichzelf. Voor mij is die diversiteit heel belangrijk. Het past bij mijn wereldbeeld, waarin je omkijkt naar elkaar en de ander waardeert zoals hij is. Waarin je leert van elkaars verschillen en er voor elkaar bent als het nodig is. We moeten het uiteindelijk toch met elkaar doen.'
Setkin Sies is manager bij een GGZ-instelling en woont met zijn vrouw Alice Sies en dochter Chaya (de andere twee dochters zijn al uit huis) aan de Zegenstraat in Oud-Charlois. Ze kochten het pand, een zevenkamerwoning van drieëneenhalve verdieping mét een kleine stadstuin, zeventien jaar geleden en knapten het eigenhandig op. Ze gaven het dubbel glas, isoleerden het hele huis, vervingen het kabel- en leidingwerk en de vloeren. 'Het overgrote deel van de tijd hebben we hier heel fijn gewoond,' zegt Sies. 'Het huis is groot. Onze dochters hadden allemaal hun eigen kamer, daarnaast was er een speelkamer die later studeerkamer werd en nu logeerkamer is. En alle voorzieningen zijn aanwezig in de buurt. Als we vroeger naar buiten gingen met de meisjes, konden we kiezen uit wel drie speeltuinen!'
Roerige tijden
Anderzijds zijn er ook roerige tijden geweest. Zo was het pand recht tegenover de familie Sies een poosje in handen van een louche huisjesmelker. 'Zo'n beetje alles wat je kunt bedenken, gebeurde daar,' zegt Sies, die als overbuurman veel overlast ervoer, maar nooit kwaad werd: 'Als buurtbewoner heb je er last van, zeker. Maar je weet ook dat het merendeel van de mensen dat daar woont, zelf ook niet voor zo'n bestaan heeft gekozen. Kwetsbare mensen moeten ook een plek hebben.'
De problemen rondom het pand zorgde voor veel onrust in de straat, en legde ook andere problemen bloot. 'Er werd veel gemopperd,' zegt Sies. 'Maar het gemopper is omgeslagen in betrokkenheid, toen de gemeente het verwaarloosde blok opkocht en de sleutels tijdelijk aan twee kunstenaars gaf. Bieke Versloot en Lieke van Pruijssen hebben met hun sociale kunstproject Huis zkt. nieuwe energie in de Zegenstraat gekregen. Wat ik mooi vind aan het project, is dat de kunstenaars gewerkt hebben met het talent in de straat. Zo gaf een eenzame buurman een cursus bandenplakken en kreeg een slechtziend buurmeisje een rol in de organisatie van een straatfeest met buitenbioscoop en buurtbarbecue, waarbij iedereen elkaar beter leerde kennen. Het gaf nieuwe, positieve energie, waardoor we een slechte periode met elkaar konden afsluiten en vooruit konden kijken. Het blok wordt nu gerenoveerd en verbouwd tot zes koopwoningen. Dat we nu nog steeds met zijn allen betrokken zijn bij de straat, en omzien naar elkaar, dat is de grote winst van alles wat er gebeurd is.'
Een nieuw begin
Toch gaat de familie Sies nu weg uit de Zegenstraat. 'Niet omdat we het niet meer naar onze zin hebben,' haast Sies te zeggen. 'Het is hier heel fijn wonen. Als ik een bepaald gereedschap nodig heb, weet ik precies bij welke buurman ik moet zijn om het te lenen. En waait er een stellage om? Dan lees ik in de buurtapp dat twee buurmannen de boel al opgeruimd hebben. Nee, de reden dat we gaan verhuizen, is dat het oude schoolgebouw naast de Bethelkerk aan de Boergoensevliet wordt getransformeerd tot woongebouw. Het is altijd onze droom geweest in een bijzonder gebouw te wonen, dus dit was een unieke kans, die we met twee handen hebben gegrepen.'
Op de bovenste verdieping van het voormalige schoolgebouw hebben Setkin en Alice Sies straks 250 vierkante meter tot hun beschikking, met plafondhoogtes van wel vijf meter. 'Ik verheug me ontzettend op die ruimte,' zegt Sies. 'We willen het een beetje industriëel gaan aankleden. Zo komt er een entresol in met een open keuken.' Ook qua buitenruimte gaan ze erop vooruit: 'Het dakterras is enorm groot. Vanuit de openslaande deuren kijken we zo op de fontein en de eendjes in de singel van de Boergoensevliet.'
Het huis is wel erg groot voor maar twee mensen – dochter Chaya zal immers ook binnen niet afzienbare tijd uit huis gaan. Daar heeft Sies al over nagedacht: 'We gaan twee kamers ter beschikking stellen aan mensen die tijdelijk onderkomen nodig hebben. Ik ben betrokken bij de Kerk van de Nazarener, een evangelisch orthodoxe kerkgemeenschap in Rotterdam-Zuid, en ik geloof sterk dat als je het zelf goed hebt, je zoveel mogelijk met anderen moet delen.
Dat is, denkt hij, precies wat hem zo aanspreekt in Oud-Charlois en waarom hij zich hier thuis voelt. 'Burenruzie en gedoe heb je overal. Maar over het algemeen weten mensen die het wat minder hebben, net wat beter wat delen is. Het is heel simpel: als je het niet alleen kunt, heb je elkaar nodig. Dat gevoel is hier heel sterk. Verbondenheid en betrokkenheid bij elkaar. Ik wil graag een buur zijn waar mensen op kunnen rekenen.'
Lesley Bouman (65) en Marja Levering (61) zijn allebei bewoner van het woonconcept Samen & Anders aan het Zuidplein. Dit is een onconventioneel woonconcept, waarin kwetsbare oudere en jongere mensen elkaar helpen en er voor elkaar zijn.
'Het is niet groot,' zegt Lesley Bouman, terwijl hij rondkijkt in zijn kamer, waarin alleen een bed, een bank en een televisie staan. 'Maar meer heb ik ook niet nodig. Hiervoor sliep ik op straat, dus ik ben allang blij.'
Bouman is het type dat een lang, aangrijpend verhaal kort houdt. Hij vertelt hoe hij opgroeide in IJsselmonde, een groot deel van zijn jeugd in een kindertehuis doorbracht, jarenlang op de gekste plekken ter wereld in de bouw werkte en uiteindelijk in Spanje bleef plakken, waar hij zijn tweede vrouw tegenkwam. 'We hadden een mooi leven,' vertelt Lesley, 'tot het allemaal verkeerd ging.' Lesleys pasgeboren dochter overleed, het huwelijk liep stuk, hij verloor zijn werk en zijn huis brandde af. 'Alles ging mis,' vat hij samen. 'Ik kwam bij de opvang van het Rode Kruis in Barcelona terecht, waar ze een ticket naar Nederland voor mij regelden. In november 2015 kwam ik in Rotterdam aan. Familie wilde me niet hebben, dus sliep ik op straat. Dat duurde drie maanden, toen kon ik hier terecht.' Hij kijkt uit het raam, waar het verkeer op Zuidplein heen en weer raast. Aan de overkant is winkelcentrum Zuidplein, waar Bouman zijn dagelijkse boodschappen doet. 'Mijn woning is niet groot, maar ik heb wel alles in de buurt wat ik nodig heb. En het is betaalbaar: 370 per maand. Aan ziektekosten ben ik bijna net zo veel kwijt.'
Naar elkaar omkijken
Nog niet zo lang geleden was het pand waar Lesley woont, een verzorgingshuis en verpleeghuis. In 2015 is het ook een pilotlocatie van Samen & Anders geworden. Dit is een woonconcept van woningcorporatie MaasWonen, waar mensen van alle leeftijden wonen. 'Wat die bewoners met elkaar gemeen hebben is hun kwetsbaarheid,' zegt Bob Janse, die Samen & Anders als projectleider Sociale Innovatie begeleidt. 'Die kwetsbaarheid ligt voor iedere bewoner op een ander vlak: de ene bewoner heeft een kleine portemonnee, de andere psychische of lichamelijke problemen, vaak speelt er een combinatie van dingen. De huurprijs is laag. Wel wordt van iedere bewoner verwacht dat hij of zij tien uur per maand iets voor het pand of een medebewoner doet. Dat is het idee van het concept: dat je eens kookt voor je buurman. Boodschappen voor iemand doet. Naar elkaar omkijkt.'
Tot begin 2020 wierp het concept zijn vruchten af: 'Je merkte gewoon dat bewoners minder beroep deden op artsen, hulpverleners en zorgverzekeraars.'
Het idee van wederkerigheid, die de basis vormt voor Samen & Anders, heeft door corona helaas een enorme optater gehad, vertelt Bob. 'Veel van onze bewoners trokken zich noodgedwongen terug op hun kamer. En de gezamenlijke activiteiten moesten we stopzetten. Dat is vreselijk: de eenzaamheid giert hier door de gangen.'
Samen eten
Dat Samen & Anders toch ook in coronatijd werkt, bewijst Marja Levering (61), die op de negende verdieping woont, dezelfde als Lesley. Ze is in haar scootmobiel op weg naar de wasmachines om een wasje te draaien, maar neemt graag de tijd om wat te vertellen over haar woonervaringen. 'Ik woon hier nu een jaar,' zegt ze. 'Ik kwam uit een nare scheiding en kon nergens naartoe. Toen kon ik hier komen. Meteen de eerste dag ging ik naar de gemeenschappelijke ruimte, waar ik een aantal medebewoners tegenkwam. Een heel gemêleerd clubje, allemaal jonger dan ik, en heel aardig en lief. Zij hebben me ontzettend goed opvangen, en nog steeds. Dan steekt er weer een haar hoofd om de deur: 'moet je wat van de Action?' Maar ik krijg ook steun van ze als ik er weer eens doorheen zit – ik heb PTSS.' Andersom is Marja er ook voor haar medebewoners: 'Met kerst heb ik voor een klein groepje bewoners en mezelf Chinees besteld en hebben we samen gegeten. Dat was zo gezellig!' Ze heeft het menselijke contact hard nodig, zegt ze. 'Ik heb zwaar COPD, waardoor ik medisch ben afgekeurd en mijn werk in winkels vaarwel heb moeten zeggen. Dat heeft voor een enorme leegte gezorgd. Maar door hier te wonen, heb ik toch veel gezelligheid om me heen. En, misschien nog wel belangrijker: een luisterend oor. We zijn er voor elkaar. Samen lachen, samen huilen.'
Thuiskomen
Samen & Anders neemt geen nieuwe kwetsbare bewoners meer aan, want in 2023 wordt het pand gesloopt. Bob: 'We zijn dit project gestart voor een periode van twee jaar, maar momenteel zitten we al in het zesde jaar. Ondertussen hebben heel veel organisaties zich door ons woonconcept laten inspireren, tot aan The Rockefeller Foundation in New York aan toe, die hier met een hele delegatie zijn komen kijken hoe wij het hier doen. Ondertussen werken wij aan soortgelijke formules op meer plekken in Rotterdam.'
Marja, Lesley en alle andere bewoners van Samen & Anders worden door MaasWonen begeleid naar een andere, passende woning. Als het aan Lesley ligt, gaat hij terug naar Spanje, waar hij zoveel mooie herinneringen heeft. Marja wil graag op Zuid blijven. 'Ik ben opgegroeid in Vreewijk en heb altijd op Zuid gewoond. Hier is alles vertrouwd. Ik ben heel dankbaar dat ik na mijn scheiding bij Samen & Anders terecht ben gekomen. Ik heb mij jaren van mijn leven onveilig gevoeld, maar hier ben ik thuis.'
Aan de Laan op Zuid, op de plek van de oude tramremise, ontwikkelde een groep enthousiaste mensen hun eigen woningen. Op de bovenste verdieping van het gebouw Overtuin creëerden Gian en Safiya hun droomhuis.
Een eigen huis ontwikkelen was onze droom
‘Toen ik van Goeree-Overflakkee naar Rotterdam kwam om te studeren, vond ik een studentenkamer op Zuid,’ vertelt Gian, zittend in kleermakerszit op zijn loungebank, in zijn net opgeleverde woning. ‘Het deed meteen wat met me. Ik kon mijn geluk niet op, dat ik als Feyenoordfan dichtbij de Kuip woonde. Maar ook de mentaliteit van Zuid vond ik leuk. Later heb ik een poosje in het centrum gewoond, maar met Safiya samen ben ik toch weer teruggekeerd naar Zuid. Hier ben ik op mijn plek.’
Safiya komt uit de gigantische, fonkelnieuwe keuken de woonkamer ingelopen, zet de theekoppen op de salontafel en gaat naast Gian zitten. ‘We hebben een tijd samengewoond op het W.G. Witteveenplein,’ vertelt ze. ‘Ook een heel leuk huis was dat. Daarna kochten we een appartement in die flat, daar.’ Ze wijst naar buiten, naar het woongebouw bovenop de MediaMarkt op de Beijerlandselaan. ‘Vanuit onze slaapkamer zagen we ons nieuwe huis gebouwd worden.’
Gian: ‘Want ondertussen waren we in dit avontuur gestapt.’
Dit avontuur is het CPO-project Overmaas. CPO staat voor Collectief Particulier Opdrachtgeverschap, wat inhoudt dat een groep particulieren de handen ineenslaat om hun eigen woningen te realiseren. ‘Mijn eigen huis ontwikkelen was altijd al een droom. Nu die kans zich voordeed, op een plek die wij heel tof vinden, moesten we er gewoon voor gaan,’ vertelt Gian. ‘Er zitten risico’s aan, want je moet een bepaald bedrag inleggen voor de voorfinanciering. Maar daar krijg je voor terug dat je gewoon helemaal kunt bepalen hoe je wilt wonen. Wij wilden veel ruimte, mooie zichtlijnen en een groot dakterras. Dat is allemaal gelukt.’
Licht en ruimte
De woning van Gian en Safiya bevindt zich op de bovenste laag het gebouw, dat direct aan de Laan op Zuid ligt. Ze schreven zich in voor de gehele verdieping, met de wens om op het dak te kunnen komen. Gian: ‘Ik wilde die kans benutten.’
Ze maakten een wensenlijst voor hun ultieme droomhuis. ‘Niet dat ons huis aan al die voorwaarden moest voldoen,’ zegt Safiya. ‘Maar om voor onszelf op een rijtje te zetten wat we leuk vinden. Mijn belangrijkste wens was dat het huis licht en ruimtelijk zou zijn.’
Die wens kwam uit. De woning van Gian en Safiya is buitengewoon groot. Aan alle kanten valt er daglicht de ruime woonkamer binnen. De royale glaspartijen bieden bovendien een weids uitzicht over de stad. Gian: ‘Dat je binnenkomt, en meteen de Erasmusbrug ziet in de verte, zijn dingen waar ik heel blij van word.’
Vanuit de woonkamer stap je zo het dakterras op, dat uitzicht biedt over de Maashaven, de Rijnhaven en de Kop van Zuid. Gian wijst naar een braakliggend terrein beneden: ‘Daar gaan ze binnenkort het Huis op Zuid bouwen, met onder meer een publiek zwembad.’
Het stel gaat voor de trap op, waar zich nog een kantoor, een badkamer, een gym en een tweede dakterras bevinden. Gian: ‘Ik wilde dichtbij Feyenoord wonen, dat was voor mij het belangrijkst. Nu kan ik de Kuip zien liggen vanaf mijn dakterras, en straks ook Feyenoord City. O ja, en daar…’ (wijst) ‘Daar woont mijn moeder.’
Safiya: ‘Dat was ook een wens van ons, dichtbij zijn moeder wonen. Van het lijstje dat we in het begin gemaakt hebben, is eigenlijk bijna alles afgevinkt.’
Op de groei
De woning is op de groei ontworpen. Dat heeft een reden: ‘We willen allebei graag kinderen,’ zegt Gian. ‘Dus moest het voor de toekomst ruim zijn en genoeg kamers hebben.’ Het stel creëerde zelfs twee badkamers, één boven, één beneden. ‘We hebben de woning expres zo ingedeeld, dat de ruimtes allemaal in verbinding staan met elkaar: als er kinderen komen, kunnen ze straks rondjes rennen.’ Ook buitenruimte was belangrijk. ‘Naast de twee terrassen hebben we een gezamenlijke binnentuin, die we met onze buren delen.’
Over die buren gesproken, dat is misschien nog wel het leukste van die hele CPO: Gian en Safiya wonen nog maar drie weken in hun nieuwe huis, maar de buren kennen ze al jaren. ‘Als je met zijn allen bezig bent je eigen huis te bouwen, dan heb je al zoveel beleefd met elkaar,’ zegt Gian. ‘Het was natuurlijk lang niet altijd makkelijk. Er zijn tranen gevloeid, het is stressvol geweest en de architecten (Jager Jansen en Joke Vos, red.) hebben het heel zwaar gehad. Sommige buren hebben zich als bestuursleden van het project tijdens het hele traject extreem hard ingespannen om van het project voor elkaar te krijgen, en dat naast hun gewone banen. Die mogen hier ongelimiteerd suiker komen lenen.’
De bewonersgroep van Overmaas is heel gemixt: jonge stellen, gezinnen met kinderen, stellen waarvan de kinderen al uit huis zijn. Gian: ‘Ik ben ervan overtuigd dat dit een heel leuke wijk is om op te groeien. Multicultureel, arm en rijk door elkaar heen, ik denk dat dat heel goed voor je is. En alles bevindt zich op steenworpafstand: scholen, vriendjes, winkels, speeltuinen, sportclubs. Dat mijn moeder zo dichtbij woont, is natuurlijk ook heel fijn. Voor haar en voor ons.’
Hoewel het koppel de afgelopen jaren vaak verhuisd is, hebben Gian en Safiya nu het gevoel dat ze geland zijn. Gian: ‘We hebben ons droomhuis gebouwd.’
Safiya: ‘Hier gaan we oud worden.’
Meer weten?
Wilt u meer weten over wonen in de Kop van Zuid-Entrepot? Ga dan naar de website Wonen in Rotterdam/Feijenoord/Kop-van-Zuid-Entrepot. Link opent een externe pagina.
Emma Hofstra kocht een klein appartement met een gigantische tuin in de Tarwewijk. Van die tuin kon makkelijk een stukje af: met haar uitbouw erbij heeft ze nu 80 m2 om op te wonen.
Een ruime kamer en suite, met originele schuifdeuren. Een gloednieuwe keuken met walnoothouten aanrechtblad en matzwarte kastjes. Een ruime badkamer met ligbad én rainshower. Een werk- annex logeerkamer, die baadt in het licht. Een royaal slaapvertrek, met uitzicht op een enorme tuin, waar niet alleen het groen groeit en bloeit, maar ook de pompoenen en tomaten het goed doen. Emma Hofstra heeft haar eigen paradijsje gecreëerd in de Tarwewijk in Rotterdam-Zuid. Maar het had wel wat voeten in de aarde.
‘Het was geen liefde op het eerste gezicht,’ vertelt ze over die eerste keer dat ze het tweekamerappartement bezichtigde. ‘Het was van binnen totaal uitgeleefd. De tuin was wel heel vet: 130 m2, maar compleet overwoekerd. Mijn zus spoorde me aan om door de rotzooi heen te kijken, en te fantaseren hoe het zou kúnnen worden. Bijvoorbeeld als ik er een stuk bij aan zou bouwen.’ Toen ben ik toch eens gaan rekenen.’ Omdat het appartement al een paar maanden te koop stond, durfde Emma een bod uit te brengen dat onder de vraagprijs lag, zodat ze geld over hou houden voor de renovatie en een verbouwing. En warempel, het bod werd geaccepteerd: in maart 2019 kreeg ze de sleutel.
Alles eruit
De eerste maanden stonden in het teken van renovatie: de oude keuken en de badkamer werden eruit gesloopt, de elektronische aansluitingen vervangen. De rest deed ze zoveel mogelijk zelf. Van schilderen tot vloeren leggen. Toen haar nieuwe badkamer en keuken geplaatst waren, kon ze verhuizen en nadenken over de volgende stap: uitbouwen. ‘Dat vond ik best spannend, want ik ben alleen en had nog nooit verbouwd en met aannemers en architecten gewerkt. Ik ben maar gewoon begonnen.’ Ze belde samenvoegcoach Marlies Reinders op, die langskwam om de mogelijkheden te bespreken. ‘We zijn samen in de tuin gaan staan om te kijken wat nou de handigste manier was om 30 vierkante meter aan het huis te bouwen. Naast mijn woning bevindt zich een garage, waarvan de eigenaren geen toegang hebben tot de tuin. De buitenruimte daarachter hoort dus ook bij mijn terrein. We kwamen op het idee om de uitbouw achter die garage te bouwen, aan de zijkant van het huis, dus. Op die manier zou ik maximaal van het daglicht kunnen profiteren.’
De koning te rijk
Emma nam een architect in de arm, die haar ideeën vertaalde naar tekeningen. Ondertussen was ze zelf druk met het aanvragen van een omgevingsvergunning, het verkrijgen van toestemming van de VVE en het verkennen van de subsidiemogelijkheden: wie zijn woning in een van de focuswijken op Zuid vergroot, maakt aanspraak op een bedrag tot 20.000 euro. 'Dat maakte de hele onderneming haalbaar en aantrekkelijk,' zegt Emma.
Het vinden van een aannemer die de klus binnen budget was de grootste uitdaging: 'Ze waren stuk voor stuk te duur. Even heb ik gedacht dat ik het moest opgeven, tot ik een aannemer vond die een nette offerte maakte. In juli 2020 is hij begonnen en een maand later was hij klaar. In die tijd is er flink wat lawaai gemaakt en gedrild, maar geen van de buren klaagde. Wel kwamen ze nu en dan kijken wat ik aan het doen was en of het goed ging, maar puur uit interesse. Het is echt een hele leuke buurt.'
Inmiddels geniet Emma van een huis dat zo goed als af is en is ze blij dat ze de stap gewaagd heeft. 'Het was voor mij allemaal nieuw, ik had nog nooit zoiets gedaan. Ik deed het alleen, naast een drukke baan (Emma is promovendus aan de Universiteit Tilburg en doet onderzoek naar suïcide-preventie, red.), met een klein budget. Als ík dit kan, kan iedereen het!’ Ze is de koning te rijk met haar uitbouw: ‘Er kunnen nu heel makkelijk mensen blijven logeren, en ik kan thuiswerken. Bovendien is het huis toekomstbestendig. Mocht mijn situatie veranderen, bijvoorbeeld wanneer ik zou gaan samenwonen of kinderen zou krijgen, dan is daar voldoende ruimte voor.'
Een bruisende plek om te wonen
Ze is blij met haar keuze voor de Tarwewijk. 'Het is een hele fijne wijk om te wonen. Rustig, maar toch ook levendig en stads. Ik heb niet het gevoel dat ik in een buitenwijk woon. Binnen zeven minuten fiets ik over de Erasmusbrug, en even later zit ik op een terrasje op de Witte de With. Ook op Zuid zelf wordt het steeds leuker: Zuidplein wordt helemaal opgeknapt, het nieuwe zwembad is heel mooi en daar achter zit leuke horeca, zoals Cafe Lisa. Ik vind het supergoed dat Zuid nu de aandacht krijgt die het verdient. Niet alleen vanuit de gemeente, maar ook vanuit Nationaal Programma Rotterdam Zuid. De subsidie voor het vergroten en samenvoegen draagt daaraan bij. Er zijn heel veel kansen op Zuid, en de subsidie daagt mensen uit die kansen ook te pakken. Het gaat hier steeds meer bruisen.'
Wilt u meer weten over wonen in de Tarwewijk? Ga dan naar de de website Wonen in Rotterdam/Charlois/Tarwewijk. Link opent een externe pagina.
Drie jaar geleden betrok Chris Stijlen met zijn vrouw en hun twee kinderen van 13 en 9 jaar een gloednieuwe huurwoning aan de Putsebocht. Mét tuin!
Als Chris in de deuropening verschijnt, komt de geur van verse pastasaus met hem mee naar buiten. ‘Effe het eten wat lager zetten,’ zegt hij. Als hij terugkomt, heeft Chris alle tijd voor een interview. ‘We wonen hier nu drie jaar,’ zegt hij. ‘We zijn de eerste bewoners. Het is heerlijk wonen hier. Kom even binnen, dan kun je het zien.’
Met een opgetogen blaffend hondje achter zich aan, gaat Chris voor. ‘Kijk,’ zegt hij, als hij in zijn woonkamer staat en naar buiten, de tuin in wijst. Achter het riante terras ligt een vrolijke bloemenzee, daarboven heeft het stel priklint opgehangen. ‘We hebben er een lekker groene jungle van gemaakt. Je weet niet wat je meemaakt, als je hier ‘s ochtends de deur open zet. Gezoem van bijtjes, vlinders, vogels. Echt heel leuk.’
Met die tuin is het gezin er het meest op vooruit gegaan, zegt Chris. ‘Ons vorige huis was op driehoog. Daar hadden we alleen een balkonnetje. Ook waren we aan het sjouwen met boodschappen en kinderwagens, toen de kids nog klein waren… Dat hoeft nu allemaal niet meer. Dat voelt echt wel heel luxe hoor! Dat we meer ruimte hebben gekregen, is ook heel fijn. De kinderen hebben allebei een riante eigen kamer.’
Op de hoek
Chris en zijn gezin wonen in het nieuwbouwproject aan de Putsebocht, dat drie jaar geleden is opgeleverd. De verwaarloosde woningen die er voorheen stonden, heeft gemeente Rotterdam moeten slopen om vijftig nieuwe gezinswoningen te kunnen realiseren. Voordat Chris hier met zijn gezin introk, woonde hij 500 meter verderop, aan de Pretorialaan. ‘Direct aan de markt. Hartstikke leuk plekje, hoor, maar we waren toe aan een upgrade. Niet eens zozeer vanwege ruimtegebrek ofzo. Maar het was een oud huis, dat een beetje cheapy was opgeknapt. Er zaten gaten in de spouwmuren, waardoor we last kregen van muizen. Op een gegeven moment zag ik er wel zes, zeven op een dag. Ze liepen gewoon over de keukentafel! Dan weet je: nu is het leuk geweest, we moeten op zoek naar iets anders.’ En dat kwam vervolgens sneller op hun pad dan ze hadden kunnen vermoeden. Chris en zijn vriendin waren op een avond de hond aan het uitlaten, toen ze op de Putsebocht letterlijk tegen de nieuwbouwplannen aanliepen. ‘Er werden nieuwbouwwoningen gebouwd, bestemd voor gezinnen met kinderen. Toen we ons inschreven, bleken we nummer dertig op de lijst. We konden zelfs onze voorkeur voor een hoekhuis aangeven, en hebben die ook gekregen. Daar zijn we heel blij mee, want dat extra raam aan de zijkant zorgt voor extra daglicht. Bovendien heb je maar aan een kant buren.’
Iedereens broer
Hoewel Chris zelf geboren en getogen is in de omgeving van Utrecht, heeft het gezin heeft nooit overwogen om weg te gaan van Rotterdam-Zuid, toen de wens om te verhuizen ontstond. ‘Als je hier al twaalf jaar woont, dan is iedereen je buurman, iedereen je broer,’ zegt Chris. ‘Misschien dat je dat niet direct voelt als je niet van hier bent. Maar ben je wel van hier, dan is dat gewoon zo. Als je hun supermarkt support, naar hun snackbar gaat, ben je hun broer. Zo werkt dat gewoon.’
Het gezin had ook geen reden om weg te willen, want in hun wijk hebben ze alle voorzieningen dichtbij: ‘De kinderen gaan naar de Oranjeschool, die zit hier aan het einde van de straat. Voor boodschappen gaan we naar de Lange Hilleweg. En op de Afrikaandermarkt halen we onze verse groenten.’
Over verse groente gesproken: de saus staat nog altijd te pruttelen en straks komen de kids thuis. Tijd om Chris met rust te laten. Muziekje aan, tuindeur open, hondje in de deuropening en een pan om in te roeren.
Wilt u meer weten over wonen in Bloemhof? Ga dan naar WoneninRotterdam.nl. Link opent een externe pagina.
De 90-jarige Riet Pauwels woonde meer dan 80 jaar in De Tweebosbuurt, toen de sloop van de wijk werd aangekondigd. Uitverhuizen? Pauwels dácht er niet over. Toch woont ze nu in IJsselmonde, en nog naar tevredenheid ook.
Mevrouw Pauwels heeft haar rollator voor de vensterbank geparkeerd. Met een hand houdt ze zich vast, met de ander wijst ze haar planten aan. ‘Die bonsai heb ik voor mijn negentigste verjaardag gekregen,’ zegt ze. ‘Van mijn broer, leuk he. En kijk, die orchideeën krijgen al uitlopers.’ Ze loopt ze allemaal langs. ‘Ik geef ze elke dag plantenvoeding. Ik vind het een heerlijk werkje, ben dól op tuinieren. Dat ik geen tuin meer heb, dat vind ik het ergste van alles. Ik ben een echt natuurmens en al die jaren aan de Tweebosstraat een heel fanatieke tuinierster geweest. Ik had mijn eigen gekweekte buxussen en zúlke rozen. Ik heb de meetlat er weleens bij gehouden, 17 centimeter, echt waar.’ Ze gaat zitten.
Thuis in de Tweebosbuurt
Tachtig jaar lang woonde mevrouw Pauwels aan de Tweebosstraat in de Tweebosbuurt, die momenteel een grote transformatie ondergaat. ‘Een heel mensenleven,’ zal ze tijdens het gesprek een paar keer benadrukken. Ze bracht er een groot deel van haar jeugd door, waarin ze al jong veel verantwoordelijkheden kreeg. Ze moederde er over haar jongere broertjes en zusjes tot die volwassen waren en zij kon trouwen met haar man. Met hem woonde ze ruim vijfendertig jaar samen, tot hij op zijn 65ste overleed. Al die jaren daarna woonde Pauwels weliswaar alleen, maar omdat ze de halve wijk kende, voelde ze zich niet eenzaam. ‘Als de school uitging, en al die ouders en kinderen langs mijn raam liepen, werd er uitbundig gezwaaid en kreeg ik talloze handkusjes toegeworpen. Heerlijk!’
Uitverhuizen
Het bericht waarin Hef Wonen de herstructureringsplannen van de wijk aankondigde, kwam dan ook rauw op haar dak. ‘De brief over de plannen kwam op een vrijdag, en de woensdag daarop was de eerste bijeenkomst al. Daar drong het tot me door dat het echt de bedoeling was dat we allemaal zouden gaan verhuizen.’ Pauwels’ reactie? ‘Ik ga er niet uit, ik blijf hier.’ En ze deinsde er niet voor terug om dat voor de camera’s van TV Rijnmond te herhalen.
‘Hoe kun je nou weg van de plek waar heel je leven zich heeft afgespeeld?’ Toch veranderde er bij mevrouw Pauwels iets na de tweede bijeenkomst. ‘Ik ben gaan nadenken: nu kan ik wel protesteren en eigenwijs zijn, maar als het lang gaat duren en iedereen gaat weg, dan sta ik er straks helemaal alleen voor.’ Door die gedachte liet ze zich overhalen om toch eens te gaan kijken bij de vervangende woningen die Hef Wonen haar aanbood. ‘Ik zei: ik wil overal naartoe, naar Barendrecht, naar IJsselmonde, het maakt me allemaal niet uit, maar ik wil wel weer een tuin.’
Toekomstbestendig wonen
Begeleid door Hef Wonen bekeek mevrouw Pauwels meerdere woningen. ‘Die waren het allemaal niet.’ Tot ze op de Klamdijk in IJsselmonde ging kijken. ‘De woning was ruim, had een prachtige lichtinval, een mooi uitzicht, maar geen buitenruimte. Maar het was wel de beste woning tot nu toe.’ Ze bekeken nog een woning mét balkon, maar die bleek voor mevrouw Pauwels te duur. ‘Toen ben ik toch voor het appartement zonder buitenruimte gegaan. En ik mis het, dat ik niet naar buiten kan. Zeker. En toch is het goed, zo. Ik loop moeilijk, en deze woning is daar helemaal op ingericht. De tram stopt voor de deur. Er zit een knóts van een Lidl in de buurt, waar ik graag boodschappen doe. Ik kan met mijn scootmobiel naar Winkelcentrum Keizerwaard. En wat ik nog het leukste vind: ik heb Klootwijk in de buurt, waar ik vroeger altijd met de bus naartoe moest vanuit de Tweebosbuurt!’
Groene oase
Dat haar geliefde Teckel Juppie zes dagen na de verhuizing overleed, was een aderlating. Pauwels heeft het er nog steeds moeilijk mee. En ook haar tuin zal ze elke dag missen. Maar mevrouw Pauwels is niet het type dat heel lang zit te sippen. Ze wil een cavia aanschaffen, die gezellig bij haar door de huiskamer mag lopen. En op de galerij, bij haar voordeur, is ze een groene oase aan het aanleggen. Met tal van groene planten, die om haar liefdevolle verzorging vragen, en een teckel van steen. Ze wijst naar de lege potten: ‘Ik ga gauw even naar de Intratuin om leuke planten te kopen. Ik ga het hier ontzettend leuk maken!’
Jarenlang zochten Cristina en Giuseppe vergeefs naar een koopwoning in hun geliefde Oud-Charlois. Uiteindelijk vonden ze er niet één, maar twee, die ze samenvoegden.
Cristina en Giuseppe ontmoetten elkaar in Oud-Charlois, bij kunstenaarsterrein B.A.D. Ze werden verliefd op elkaar, én op de wijk. Ze verruilden hun beider huurwoningen voor hun eerste woning samen. En ook al verkasten ze vier keer, van huur naar antikraak, de wijk gingen ze niet meer uit. Ook niet toen ze na een aantal jaren een koopwoning zochten, en die maar niet konden vinden.
Giuseppe: ‘We waren op reis, toen vrienden uit de buurt ons belden: aan de overkant van onze straat stond een huis te koop! Op dat moment waren we al meer dan drie jaar aan het zoeken en was de moed al meerdere malen in onze schoenen gezakt: Oud-Charlois was hot geworden, daar hadden we nota bene zelf aan meegewerkt. En nu waren alle goede woningen al vergeven, dat gevoel hadden we: dat we te laat waren. En toen kwam dit huis voorbij. Het waren er eigenlijk twee, een bovenwoning van twee verdiepingen en een benedenwoninkje met tuin. Ze zouden samengevoegd kunnen worden tot één. Het had voldoende ruimte om op de begane grond een werkruimte te creëren en om op de bovenste twee verdiepingen te wonen. We hebben meteen 30% boven de vraagprijs geboden. Dat had effect: het was van ons!’
Verbouwing
Giuseppe en Cristina vertellen hun verhaal aan de keukentafel in hun riante woonkeuken op de eerste verdieping van hun samengevoegde huis. Sinds een week kunnen ze hier koken, na ruim een jaar lang verbouwen. ‘Ruim een jaar hebben we beneden gewoond, en gekookt aan een aftands keukentje, om de bovenverdiepingen af te maken. Nu gaan we het omdraaien,’ vertelt Giuseppe, met zijn tweejarige dochter op schoot. Het samenvoegen van twee woningen, is volgens de twee creatieven niet zo moeilijk. ‘Je ziet eigenlijk in één oogopslag waar de doorbraak moet komen,’ aldus Cristina, die een achtergrond in de architectuur heeft en zelf een ontwerp uitwerkte op tekening. ‘Het huis was nogal hokkerig ingedeeld. We haalden tussenwandjes weg en plaatsten extra ramen, waardoor we zeeën van licht en ruimte creëerden. Wat veel lastiger was, was het samenvoegen van die dingen die je niet ziet: de infrastructuur ónder de vloer en achter de muren. Leidingen en bekabeling, het was een grote chaos. Het heeft ons tien maanden gekost om daar orde in te scheppen.’
Subsidie
‘Dat het pand in slechte staat was, wisten we toen we het kochten.,’ vertelt Giuseppe. ‘Toch kwamen er tijdens het strippen allerlei onaangename verrassingen tevoorschijn, waar we niet op hadden gerekend. Verrassingen die tijd kosten, en geld. Geld dat we niet direct hadden liggen. Maar ja, een goede afvoer is best essentieel, net als je elektriciteit. Daarvan kun je niet zeggen: dat doen we volgend jaar.’ Dat het stel ontdekte dat je subsidie van gemeente Rotterdam kunt krijgen als je in deze wijk twee woningen samenvoegt, hielp. ‘Samenvoegcoach Marlies Reinders heeft ons in dit traject geadviseerd en ondersteund. We hebben 35.000 euro toegezegd gekregen, om in de verbouwing te stoppen.’
Bovendien besloot het stel zoveel mogelijk zélf te doen, om geld uit te sparen. De skills die Giuseppe als kunstenaar heeft, kwamen daarbij goed van pas.
Moed verzamelen
Het resultaat mag er zijn. Giuseppe en Cristina hebben een royaal en licht woonhuis gecreëerd in de buurt die wat hen betreft alles heeft: interessante art spaces, tal van bevriende kunstenaars en ontwerpers in de buurt, buren die er ook wat van willen maken en kinderen die vrolijk op straat spelen. ‘Alleen een goed café ontbreekt nog,’ lacht Cristina, ‘Maar met de veranderende populatie hier in Oud-Charlois, zal dat vanzelf wel goedkomen.’
Over een half jaar, zo is de planning, kan het stel ook aan huis werken. Want dan hopen Giuseppe en Cristina hun work space op de begane grond af te hebben. ‘Ik ben nog even moed aan het verzamelen,’ geeft Giuseppe toe. ‘Want de verbouwing valt me niet helemaal mee. Maar ik weet ook: nog even doorzetten, en dan hebben we gewoon dat huis waarvan we droomden, in de wijk waar we ons thuis voelen.’
Joost en Caro kochten een drielaagse gezinswoning in 010XL aan de Brielselaan, waar ze met hun kinderen Merel (9) en Erik (6) en hun twee poezen wonen. Wie voor het eerst binnenkomt, moet even met de ogen knipperen.
In twaalf jaar tijd is er een hoop gebeurd in het leven van Joost en Caro. De twee leren elkaar kennen in het buitenland, de vlam slaat in de pan en na niet al te lange tijd besluiten ze dat Caro van Paraguay naar Nederland komt. Het koopappartementje van Joost in Utrecht is te klein voor de twee, dus kijken ze rond. Ook in Rotterdam, waar het woningaanbod veel betaalbaarder blijkt dan in Utrecht. Zéker op Zuid. Voor ze het weten, tekenen ze een koopcontract voor een ruim en fonkelnieuw stadsappartement. Drie weken later zit Joost in de auto en hoort hij op de radio dat de wijk Bloemhof in Rotterdam tot de slechtste wijken van Nederland behoort. ‘Oei, dacht ik. Daar heb ik net een huis gekocht’ Het stelt verhuist, trouwt, en krijgt twee kinderen: Merel en Erik. Die groeien op in Bloemhof, dat helemaal zo slecht niet blijkt te zijn. Alles behalve, zelfs: de kinderen gaan er met plezier naar school, maken vriendjes, en Joost en Caro genieten van de dynamiek van het wonen in de stad. Als de kinderen groter worden, rijst de vraag: blijven we of kijken we verder?
‘Je gaat verlangen naar een tuin, naar grotere slaapkamers voor de kinderen. Maar weg van Zuid? Dat wilden we niet.’
Als ze horen van de plannen voor 010XL aan de Brielselaan, en de plattegronden bekijken van de koopwoningen, raken ze enthousiast. ‘Als je je een beetje verdiept in het aanbod, ontdek je dat de meeste nieuwbouwwoningen nogal op elkaar lijken. Maar dit was iets totaal anders. Zelfs onze dochter, die toen zes was, raakte niet uitgekeken op de plattegronden. ‘Deze kamer wil ik!’ zei ze. ‘En kijk, de douche zit naast het bad en niet erin!’ Haar enthousiasme was het laatste zetje dat we nodig hadden.’
Verrassing
En anders dan anders ís de woning van Joost en Caro, al zie je dat vanaf de straat nog niet. Pas als je binnen bent, en de keuken in stapt, ontdek je de verrassing die achter de rode bakstenen gevel schuiltgaat. De woning staat op een helling, waardoor de woonkamer meters dieper ligt en een grote hoogte bereikt. ‘Die split level, de hoogte, de glazen pui naar de tuin: we waren meteen verkocht,’ zegt Caro, terwijl ze een dienblad met verse koffie op de tuintafel zet. Het zitje in de schaduw is lekker koel en heeft zachte loungebanken. Op de achtergrond klatert een fonteintje in de vijver.
Anderhalf jaar wonen ze hier nu, en dit is de eerste zomer dat ze echt gebruik kunnen maken van de tuin. ‘Ons vorige huis had een dakterras op hoogte,’ zegt Joost. ‘Omdat je het groen wilt hebben, zet je het vol met potten. Maar in potten overleven planten de winter vaak niet. Elke lente konden we opnieuw beginnen. Ook wilden we graag een vijvertje. Maar in beton is het zo lastig graven, he!’
Joost kijkt om zich heen. ‘Nu hebben we gras, bloemen, planten, een vijver en een riante zithoek. Met mooi weer lopen we de hele dag in en uit. Via een sluiproute achterom wandelen de kinderen zo naar de buren. Je hebt hier eigenlijk het dorpsgevoel, maar dan in de stad.’
Wijk in ontwikkeling
Dat dorpsgevoel past niet bij het beeld dat buitenstaanders van Zuid hebben, merken Joost en Caro. ‘Ook over de Tarwewijk zeiden de mensen: zou je dat wel doen?’ zegt Caro. ‘Maar als je hier woont is het alleen maar leuk. De mensen groeten elkaar op straat, maken een praatje. En ook als ik ’s avonds laat thuis kom met de metro, voel ik me geen moment onveilig.’
Het stel heeft zelfs heel bewust gekozen voor deze locatie. ‘We kenden de plannen. In de Maashaven komt een park, in de Rijnhaven een stadsstrand. Hart van Zuid is in ontwikkeling, met een groot theater en een zwembad. Het publiek van de Kop van Zuid en Katendrecht komen deze kant op. Over tien, vijftien jaar wil iedereen hier wonen.’
Dat hun huis meer waard zou kunnen worden, vinden ze een fijn idee, maar het is niet de reden dat ze hier gekocht hebben. ‘Het ging ons om het huis zelf. We zijn er zó op vooruit gegaan. Eerst hadden we drie slaapkamers, nu zes.’
Als de koffie op is, volgt een tour. De deuren naar ál die kamers gaan stuk voor stuk open. Dochter Merel heeft een slaapkamer waarin alle ruimte is om haar biologische vondsten uit te stallen, zoon Erik heeft een junglekamer, compleet met hoge ‘boomhut’. De master bedroom is riant. De overige kamers zijn in gebruik als walk in closet, werkkamer en speelkamer. Die laatste ligt nu nog vól speelgoed, maar zou in een latere fase omgetoverd kunnen worden tot chillkamer. ‘De tijd gaat snel, de kinderen groeien razendsnel op. Voor je het weet ben je in een volgende fase beland. Het is fijn dat ons huis de ruimte heeft om met ons mee te groeien.’
Met zijn vijven in een driekamerwoning, dat is niet ideaal. Dus zocht én vond Mustafa Talib iets groters. In de buurt, want dat was de voorwaarde van zijn vrouw, en ook nog eens koop.
Het is een warme zomerdag en in de Cronjéstraat spelen kinderen met elkaar op straat. Mustafa Talib is thuis aan het werk, in zijn achtertuin. ‘Dat kan nu, he. Onze vorige woning had alleen een balkonnetje. De kinderen moesten naar beneden, waar een pleintje was, als ze wilden buitenspelen. Zij zijn inmiddels wat groter (15, 13 en 10 jaar oud), en gaan al wat verder de buurt in met hun vrienden, maar voor onszelf is het erg fijn om buitenruimte te hebben.’
Het gezin Talib woont in Bloemfontein, een nieuwbouwproject in Afrikaanderwijk met 66 koopwoningen en 86 (sociale) huurwoningen. Mustafa en zijn vrouw waren meteen gecharmeerd van het project: ‘We zochten een betaalbare koopwoning in Afrikaanderwijk, met vier slaapkamers. We hadden geen moeilijke woonwensen, maar het aanbod bleek schaars. In verhouding werden er maar weinig koopwoningen aangeboden. Daarom hebben we best lang gezocht. Toen we lazen over Bloemfontein waren we heel blij: eindelijk iets voor ons!’
Investering voor de toekomst
Dat het gezin Talib wilde verhuizen, had een duidelijke reden: ze woonden met zijn vijven in een tweekamerwoning. ‘Onze dochters deelden een slaapkamer. Onze zoon sliep in de bijkeuken. Het was allemaal verre van ideaal.’
Dat het gezin nu in een grondgebonden gezinswoning met vijf kamers woont, stemt Mustafa nog elke dag gelukkig. ‘Vooral qua kamers zijn we er enorm op vooruit gegaan: iedereen heeft een ruime, eigen slaapkamer.’ De stap van huur naar koop vond hij geen gemakkelijke. ‘Vanaf het moment dat je je koopcontract tekent, moet je gaan aflossen, ook al woon je nog niet in je nieuwe huis. Tijdens de bouw van Bloemfontein moesten wij daarom maandelijks dubbele kosten opbrengen, bijna een jaar lang. Ik vond dat zwaar, maar ben blij dat we het gedaan hebben. Buren uit de Cronjéstraat die verhuisd zijn, hebben hun woning nu al met veel winst verkocht. Daardoor verwachten we dat de investering die we gedaan hebben, zich uiteindelijk zal terugbetalen. Dat is het fijne van een koopwoning: je bouwt iets op voor de toekomst. Onze maandelijkse woonlasten zijn een klein beetje gestegen, maar dat geldt ook voor mijn salaris.’
Schaduwplek in de tuin
Om de kosten te drukken, maakte Mustafa geen gebruik van verschillende bouwopties. Een dakkapel, uitbreiding van de woonkamer: hij liet het aan zich voorbijgaan. ‘Ik heb op de centen gelet en de woning casco (kaal) laten opleveren. Wel hebben we ervoor gekozen om de keuken, die op tekening áán de woonkamer vast zat, dicht te maken. Als ik relaxed op de bank zit, wil ik niet de vaatwasser horen draaien.’
Stap voor stap doen Mustafa en zijn vrouw nu zelf wat aanpassingen, om hun huis nog mooier te maken. Zo hebben ze onlangs geïnvesteerd in een tuinoverkapping en een tuinbankje, waardoor ze een heerlijke schaduwplek in de tuin hebben gecreëerd. ‘Ik geniet er zo van, dat dat nu gerealiseerd is. Zeker met dit weer!’
Thuis in Afrikaanderwijk
Ondanks het beperkte aanbod aan koopwoningen, heeft Mustafa nooit overwogen om weg te gaan uit Afrikaanderwijk. ‘Nou ja, niet écht. Ik heb weleens gedacht: zullen we wat meer in het groen gaan wonen, in een buitenwijk? Maar mijn vrouw was heel stellig. Die wilde hier blijven, waar ze haar vriendinnen en familie heeft. Daar kon ik goed inkomen. Ik ben op Zuid geboren en getogen, heb in tal van verschillende wijken gewoond, maar in Afrikaanderwijk voel ik mij thuis. De markt, school, de metro: alles wat we nodig hebben, is dichtbij. Bovendien wordt er momenteel enorm geïnvesteerd in de wijk. Die investeringen maken onze woonomgeving beter. En daarmee ons leven.’
Wonen #opzuid
Er gebeurt dus al veel op Zuid. Maar we bouwen niet alleen met stenen. We investeren ook in de woonomgeving, zodat bewoners elkaar kunnen ontmoeten, kunnen sporten, ontspannen en zich kunnen ontwikkelen. En dat biedt weer ruimte voor initiatieven van bewoners en marktpartijen. Een mooi voorbeeld is Katendrecht dat zich als een culinaire, creatieve en culturele hotspot op de kaart heeft gezet. Maar ook Villa van Waning in Feijenoord en het Pow! Wow! festival in de Afrikaanderwijk laten de mogelijkheden van zuid goed zien.
Daarnaast investeert de gemeente in de aanpak van winkelstraten zoals de Beijerlandselaan en investeren we in bereikbaarheid, zoals de derde oeververbinding. Kwaliteit en diversiteit in zowel de woningen als de omgeving maken van zuid een fijne plek om te wonen.
Focus #opzuid
De gemeente Rotterdam is één van de partners van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid. Link opent een externe pagina (NPRZ). Samen met het Rijk, corporaties, zorginstellingen, schoolbesturen, bedrijfsleven, politie en Openbaar Ministerie werken we aan een gezonde toekomst voor Rotterdam Zuid. Samen willen we ervoor zorgen dat opleidingsniveau, arbeidsparticipatie en woonkwaliteit in 20 jaar stijgen naar het gemiddelde van de vier grote steden in Nederland.
Om de woonkwaliteit te verbeteren focussen we ons in eerste instantie op de wijken waar het woningaanbod het meest eenzijdig is. Dat zijn Feijenoord, Carnisse, Afrikaanderwijk, Oud Charlois, Hillesluis, Bloemhof en de Landbouwbuurt. We willen deze wijken in balans krijgen door te zorgen voor een gezonde mix van verschillende woningen voor verschillende bewoners. Tegelijkertijd wordt de buitenruimte verbeterd, zodat mensen op zuid fijn wonen in wereldstad.
Video's
- Maak kennis met de Rotterdamse wijk Feijenoord | Wonen in Rotterdam | Youtube.com. Link opent een externe pagina
- Maak kennis met de Rotterdamse wijken Oud-Charlois en De Wielewaal | Wonen in Rotterdam | Youtube.com. Link opent een externe pagina
- Wonen in de Afrikaanderwijk | Youtube.com. Link opent een externe pagina