Voorbij discriminatie
De gemeente Rotterdam, RADAR en Art.1 werken sinds april 2021 aan het tweejarige project Rotterdam voorbij discriminatie.
Vragen en antwoorden
Verbinding maken
Vanaf de zomer van 2021 zijn drie groepen gevormd van in totaal ongeveer 40 mensen die zich identificeerden met de islamitische, Joodse of zwarte gemeenschap.
In de eerste fase van het project gaat het om het versterken van het bonding-kapitaal: met elkaar binnen de gemeenschap uitwisselen van ervaringen met discriminatie en uitsluiting, vertrouwen onderling versterken en nagaan welke stappen gezet moeten worden om tot verbetering te komen.
Daarvoor zijn 3 maal 3 bijeenkomsten georganiseerd met Rotterdammers uit de Joodse gemeenschap, de islamitische gemeenschap en de zwarte gemeenschap. Tijdens deze bijeenkomsten is opgehaald welke ervaringen men heeft met racisme, discriminatie en antisemitisme. Ook is gesproken over welke concrete voorstellen men heeft om discriminatie te voorkomen en tegen te gaan.
Discriminatie diep verweven in de samenleving
Alle drie de groepen hebben te maken met racisme, discriminatie en/of antisemitisme, dat diep verweven is in de samenleving. De mensen van de Joodse gemeenschap benoemden diverse ervaringen met anti-Joods geweld. Deze ervaringen varieerden van expliciete vormen van agressie op straat op grond van uiterlijke kenmerken tot ervaringen waarbij men 'gejood' werd, waarbij sprake is van (rechtstreeks) negatief gedrag, uitingen, insinuaties of bejegening vanwege je Joods-zijn. De ervaring dat anti-Joodse opvattingen weer salonfähiger worden, bijvoorbeeld in de politiek en in het verzet tegen de coronamaatregelen hebben een grote impact op de mensen die we gesproken hebben.
De mensen van de zwarte gemeenschap gaven aan dat het institutioneel racisme het zwaarst weegt. 'Daar moet verandering in komen', zegt één van de deelnemers. Institutioneel racisme komt tot uitdrukking in expliciete uitsluiting, maar ook in subtiele vormen van geweld, die langs lijnen lopen van ongeschreven regels, die moeilijk zijn aan te wijzen.
En ook de mensen van de moslimgemeenschap hebben verreweg de meeste ervaringen met institutionele discriminatie, die volgens hen in het systeem van instanties zit ingeweven. Die komt tot uiting in expliciete uitsluiting, maar ook in subtiele vormen van geweld - soms bewust, soms onbewust en langs lijnen van ongeschreven regels.
Voorstellen tot verandering
Alle drie de groepen hebben concrete voorstellen gedaan om in Rotterdam discriminatie te voorkomen en tegen te gaan. Tijdens de volgende fase van het project worden er bridging-bijeenkomsten georganiseerd waarbij de drie groepen bij elkaar komen om samen een gezamenlijke Rotterdamse sociale agenda tegen discriminatie te formuleren. Deze agenda zal tijdens de fase daarop, de linking-fase besproken worden met de relevante stedelijke organisaties en zal gezocht worden naar commitment voor duurzame initiatieven om discriminatie tegen te gaan.
De voorstellen zijn gebundeld in vier clusters:
- De meervoudige werkelijkheid van één Rotterdam
Rotterdam als 'superdiverse' stad. Begrip kweken/contact maken en je zelf laten zien aan de ander via bijvoorbeeld culturele uitingen. Ruimte voor het vieren van je eigen identiteit en cultuur, samen met anderen. - Beeldvorming en invloed (sociale) media
- Negatieve en beschadigende moraal van sociale media keren en positieve rolmodellen voor jongeren stimuleren.
- Media: Negatieve beeldvorming, platte beelden en onethisch handelen doorbreken.
- Onderwijs/recht doen:
- Equity: gelijke kansen in het onderwijs / stagemarkt. Positieve praktijken en incentives bevorderen.
- Jongeren opvoeden in diversiteit en inclusie en daarbij wereldburgerschap bevorderen.
- Geschiedenis (onderwijs) herschrijven: recht doen aan het echte verhaal. Balans herstellen.
- Bonding en linking
- Onderlinge hulp, je eigen identiteit omarmen, woorden vinden voor je ervaringen, beschadiging zien en er grip op krijgen.
- Burgerkracht versterken tegenover overheid en overheidsgeweld en het aankaarten van geweld.
Bonding, bridging en linking
De officiële titel van het project 'Rotterdam voorbij discriminatie' - 'Beyond bonding & bridging, Linking communities and safeguarding equal treatment in a super divers city (BBB)', komt van de theorie van de beroemde socioloog Robert D. Putnam (2006). Zijn 'sociale netwerktheorie' draait om sociaal kapitaal; een totaalsysteem aan waarden, netwerken en hulpbronnen van een gemeenschap. Het stelt personen in zo'n gemeenschap in staat zich met elkaar te verbinden. Doorgaans geldt: hoe meer sociaal kapitaal, hoe meer sociale steun en deelname van individuen. Putnam stelt dat binnen sociaal kapitaal drie soorten connectiviteit bestaan: bonding, bridging en linking.
- 'Bonding' verwijst naar de verbinding binnen een groep; het behoren tot een groep, het hebben van sociale contacten en de verbanden daartussen.
- 'Bridging' gaat om het slaan van bruggen met 'anderen': sociale contacten met anderen waar iemand niet in ‘eerste graad’ toe behoort. Bijvoorbeeld contacten tussen een moslim- en een zwarte gemeenschap.
- 'Linking' gaat over het grote geheel; het meedoen in een samenleving, meedoen op wijk of stadniveau, enzovoorts.
Vergroten van sociaal kapitaal om discriminatie tegen te gaan
Sociaal kapitaal is een maat voor de kracht van het sociale weefsel dat gemeenschappen bijeenbrengt en houdt en het mogelijk maakt om met succes op te komen voor gedeelde belangen. Bonding is een van de 'kapitaalvormen' die daarvan deel uitmaakt en verwijst naar het onderlinge vertrouwen, gedeelde normen en mate van onderling contact van mensen in een gemeenschap met een gedeelde identiteit (etniciteit, buurt, geloofsovertuiging) (Arneil, 2006). Het is een maat voor cohesie bínnen een gemeenschap.