Toespraken burgemeester
Op deze pagina vindt u de toespraken van burgemeester Ahmed Aboutaleb.
Burgemeester Ahmed Aboutaleb wil de komende jaren nog meer opkomen voor mensen die in de problemen komen door de wetten en regels. De burgemeester wil dat er beter naar hen geluisterd wordt en dat zij beter geholpen worden.
In een brief aan de gemeenteraad en alle Rotterdammers. Link opent een externe pagina schrijft hij dat 'Goed beleid begint met luisteren, zorgen serieus nemen en hoop en perspectief bieden'.
'We zeggen nu nog te vaak: de wet zegt niets over uw situatie, ik kan niets voor u betekenen. Maar we zouden eigenlijk moeten zeggen: juist dáárom gaan we iets regelen.'
Beste mensen, we hebben een veelbewogen jaar achter de rug. Een jaar waarin Corona naar de achtergrond verdween en een oorlog op het Europese toneel verscheen.
Een oorlog die leidde tot onverwachte eensgezindheid in Europa. Een oorlog waarvan de gevolgen diep in onze samenleving voelbaar zijn.
Een oorlog die ook leidde tot een vluchtelingenstroom en een wereldwijde voedsel- en energiecrisis.
Het zijn niet alleen de sociale minima die het niet meer kunnen rooien
Ook in Rotterdam worden Oekraïense vluchtelingen opgevangen. We worden daarbij geholpen door vele Rotterdammers, vrijwilligers en medewerkers. Grote waardering voor iedereen die aan deze opvang bijdragen.
Ook in Rotterdam moeten mensen kiezen tussen de energierekening betalen of boodschappen doen. Bij heel veel mensen staat de verwarming noodgedwongen uit.
Ook in Rotterdam groeit de kloof tussen arm en rijk. Een baan geen garantie meer dat je je hoofd boven water kunt houden. De groep mensen die bescherming verdient is groter geworden. Het zijn niet alleen de sociale minima die het niet meer kunnen rooien.
Op het verloop van de oorlog in Oekraïne hebben we als stad weinig invloed. Maar de gevolgen zullen ook dit jaar voelbaar zijn. We zullen doen wat in ons vermogen ligt om Rotterdammers die dat nodig hebben bij te staan.
Een toekomst waarin mensen omzien naar elkaar
We kijken niet alleen wat nu nodig is, maar ook voor een goede toekomst. Een duurzame toekomst waarin niet alleen aandacht is voor een volle maag, maar ook voor kinderen. Een toekomst waarin zij hun dromen in daden omzetten en later met een mooi diploma de arbeidsmarkt betreden.
Een toekomst waarin niet kwantiteit en groei, maar kwaliteit en duurzaamheid leidend zijn. Waarin mensen omzien naar elkaar. Een samenleving waarin de zorg niet alleen een zaak van artsen en overheid is, maar van ons allemaal.
De Oekraïne-oorlog leert ons een harde les. We dachten dat wederzijdse handel zouden leiden tot vrede. Zo vanzelfsprekend blijkt dat niet te zijn.
Voedsel en energie en voedsel blijken inzet van deze oorlog. De gevolgen zijn honger en kou. Een van de lessen is om minder afhankelijk te zijn van de import van energie en voedsel. Een duurzame toekomst betekent dus ook een sterker land. Een sterkere stad.
Wij houden van Rotterdam, stad van Erasmus waar mensen uit alle windstreken zich veilig voelen
Dan zijn er nog duistere zaken die zich ‘ondergronds’ afspelen. En soms ineens luid en duidelijk zichtbaar zijn. Zoals de racistische leuzen die op de Erasmusbrug geprojecteerd werden tijdens Oud & Nieuw. Rechts-extremistische groepen zijn vooral op het dark web actief. Dat houden we goed in de gaten.
Maar als dan onverwacht zo’n walgelijke, haatdragende tekst op onze geliefde brug verschijnt, in onze stad die 83 jaar geleden door de nazi’s werd verwoest, dan denk je: zulke ideeën mogen onze samenleving nooit beschadigen. Dat laten we nooit toe.
De afzenders gebruikten 14 woorden die bedoeld waren als munitie. Ik bedien mij van 15 woorden: wij houden van Rotterdam, stad van Erasmus waar mensen uit alle windstreken zich veilig voelen.
We verdedigen de humaniteit van Erasmus. Aan de ene kant met het strafrecht. Wie onze democratie bedreigt en ondermijnt, verdient een gang naar de rechter.
Aan de andere kant met onderwijs. Iedereen moet weten wat de gevolgen van tirannie kunnen zijn, van verdeel-en-heers-politiek. We moeten onze kinderen en elkaar vertellen dat samen uiteindelijk beter is dan ieder voor zich.
Luisteren zonder meteen te oordelen
Beste mensen, deze tijd vraagt ook om leiderschap. Niet alleen van mensen die een leidinggevende functie hebben. Ook een vrijwilliger kan dat doen, een winkelier in de buurt of een onderwijzer op school. Iedereen kan leiderschap vertonen.
Het is kwestie van het goede voorbeeld geven, het doen van goede dingen. Aandacht besteden aan onderwerpen die mensen bezighouden.
Het is een kwestie van luisteren zonder meteen te oordelen. Opkomen voor wat rechtvaardig is, ook al levert dat weerstand op. Het is een kwestie van dilemma’s niet uit de weg gaan en proberen er samen uit te komen.
Dat gaan we gewoon doen. Ook in 2023 zetten we met elkaar de schouders onder onze mooie stad. En we gaan er uiteraard een mooie, gedenkwaardige Koningsdag van maken, 27 april!
Zes jaar geleden bezocht een bijzondere delegatie onze stad. Gezinsleden van families uit Friesland, Groningen, Drenthe, Overijssel en Gelderland die tijdens de Hongerwinter zwaar ondervoede Rotterdamse kinderen in huis namen om aan te sterken.
Een liefdevol onthaal voor Rotterdamse bleekneusjes
Steef Rietbergen was één van die 'bleekneusjes'. Zijn grote droom was om deze gastgezinnen te bedanken voor hun warme en voedzame onthaal. Voor hun toewijding, waarmee die kinderen weer een toekomst kregen. Daarom organiseerde Steef voor hen een 'bleekneusjesreünie' in 2016. Behalve een bezoek aan bijzondere plekken in de stad was er een mooie bijeenkomst in de Laurenskerk. Daar was ik ook bij.
Toen werd de wens uitgesproken voor een gedenkteken ter herinnering aan de opvang van de Rotterdamse bleekneusjes. Met de onthulling van deze plaquette van Martin Lodewijk. Link opent een externe pagina wordt nu aan die wens voldaan.
Helaas maakt Steef Rietbergen de onthulling vandaag niet meer mee. Fijn dat zijn kleindochter Sharon van Vliet dit project van hem heeft overgenomen. Want het verhaal erachter heeft nog niets aan waarde ingeboet. En het is een mooi eerbetoon aan het goede werk van haar grootvader.
In de barre kou op zoek naar eten
Het verhaal van de Hongerwinter is niet bij iedereen bekend. Zeker niet bij de jongere generaties. Tijdens die laatste, koude Oorlogswinter was er in het westen van het land nauwelijks nog voedsel te krijgen. De bezetter blokkeerde de aanvoer. Veel ouders liepen dagen in de barre kou op zoek naar een beker warme melk voor de kinderen, wat aardappelen of peulvruchten.
De wanhoop was zo groot, dat jonge kinderen soms op de trein of fiets werden gezet, of gewoon lopend weggestuurd van huis. Zij moesten zelf maar zien te overleven op het platteland, bedelend om voedsel.
Er waren ook organisaties die kindertransporten en gastgezinnen regelden in het noorden en oosten van het land. Daarnaast brachten veel ouders hun kinderen zelf weg, op de fiets of zelfs lopend. Of ze gaven hun kinderen mee met anderen.
Medemenselijkheid kan levens redden
Het liefdevolle onthaal en voedzame eten bij de gastgezinnen heeft duizenden kinderlevens gered. Daarom ben ik ben blij dat dit monument er is, want dit verhaal verdient brede aandacht. En de boodschap is nog steeds actueel: in barre tijden kan medemenselijkheid levens redden. U hoeft het nieuws maar te volgen om bewijzen daarvan te zien. Medemenselijkheid als licht in de duisternis. een mooie boodschap in dit jaargetijde.
Meer informatie over Rotterdamse Bleekneusjes in het Stadsarchief Rotterdam. Link opent een externe pagina.
Wim Missel was achttien toen hij op 10 november 1944 op de Mathenesserdijk uit huis werd gehaald en meegevoerd naar Duitsland . Die dag waren Wim, zijn ouders en zusje al om vier uur ’s morgens gewekt door marcherende Duitse soldaten. Kort daarna werd een pamflet in de brievenbus gegooid. Alle jongemannen moesten zich melden. Ontsnappen was geen optie. Overal wemelde het van de soldaten.
Zijn moeder maakte nog gauw van een fietstas een rugzak. Van zijn vader kreeg hij overschoenen. Hij had ze nauwelijks aan of er werd op de deur gebonsd.
Wim en zijn medegevangenen moesten naar Delft geleid en werden de volgende dag in een veewagon richting Duitsland vervoerd. Via Stuttgart en München kwamen ze in Dachau terecht. Niet het beruchte concentratiekamp, maar een barakkenkamp.
Wim had er verschillende baantjes. Zo was hij loopjongen van een zeventigjarige oud-SS-officier uit het concentratiekamp Dachau. Met krijgsgevangenen haalde hij bruikbaar materiaal uit de puinhopen van de stad. Zoals hout en blik van gebombardeerde huizen en gebouwen.
Steeds was er die dreiging van bommen
Om vijf uur ’s morgens moesten ze opstaan. Een half uur later vertrokken ze met een vrachtwagen richting stad. De ene keer was het licht werk om bruikbaar materiaal uit de puinhopen halen. De andere keer moesten ze zware balken uitgraven. En steeds was er de dreiging van bommen. Na de lange werkdagen was het meestal al donker. Dan aten ze aardappelsoep en gingen om negen uur naar bed.
Een andere vijand was de kou. Wims oren bevroren een keer bij zesentwintig graden vorst. Zijn versleten kleding was niet warm genoeg. Soms vond hij wat kleren tussen het puin. Sokken had hij niet meer, alleen de overschoenen van zijn vader. Ook die hadden hun beste tijd gehad.
Stiekem een boterham
Tweemaal kreeg hij van een Duitse vrouw een paar sokken. Soms ook stiekem een boterham. Staaltjes van lef volgens Wim, want daar kon ze flink voor gestraft worden. Maar bovenal een straaltje van menselijkheid.
Naarmate de maanden verstreken, deden steeds vaker geruchten de ronde dat het einde van de oorlog naderde. Gedonder in de verte daarop te wijzen. Tot in april 1945 het geschutvuur duidelijk te horen was.
Wim en zijn lotgenoten stopten met werken, bewaking was nergens meer te bekennen. Ze konden zomaar de straat op. Tot hun grote verbazing werd in de keukenbarak ineens eten klaargemaakt: aardappelen, appelmoes. Niks bijzonders, maar voor Wim en zijn makkers een feestmaal.
Chaotische tijden
Buiten hingen witte lakens en doeken uit de ramen van de huizen. De Duitsers hadden zich overgegeven! Het waren vreemde dagen. Er werd geplunderd, tegelijkertijd wachtte iedereen in spanning af. Tot op 29 april 1945 een Jeep kwam aanstuiven. Er zat één man in, een Amerikaan. Even later was hij weg. Was dat nou de bevrijding?
De volgende dag stroomde de stad vol met tanks, vrachtwagens, Jeeps en andere voertuigen met Amerikanen. Langs de weg werden ze toegejuicht door vele ex-gevangenen en -dwangarbeiders. In ruil kregen ze pakjes sigaretten toegeworpen.
Er brak een chaotische tijd aan vol vreugde. Wim vond op een zwerftocht een paar nieuwe herenschoenen. Ze pasten ook nog. Met vijf anderen besloot hij terug naar huis te gaan. Lopend, met een handkar voor hun bagage en proviand. Dat bestond uit brood en een Parmezaanse kaas ter grootte van een wagenwiel. Die hadden ze uit een brouwerij meegenomen.
Via een omweg naar huis
Ze vertrokken op een prachtige ochtend. Aan het eind van de middag hielden ze halt in een dorpje. Ze besloten bij de burgemeester om onderdak te vragen. Alsof het geen oorlog was geweest kregen ze een bed, een maaltijd en wat te drinken aangeboden. En de volgende ochtend ontbijt en brood voor onderweg.
Alles lag in puin, regelrecht naar Rotterdam reizen zat er niet in. Via een flinke omweg kwamen Wim en zijn reisgenoten aan in Maastricht. Een paar uur later werden ze ingekwartierd in een klooster in Eindhoven. Hoe het verder zou gaan wisten ze nog niet. Met het oog op besmettingsgevaar en voedselschaarste in het westen mochten ze niet verder reizen.
In Den Bosch wisten ze aan boord van een rijnaak te komen waarmee ze naar Rotterdam konden varen. Eindelijk! Maar de thuiskomst had Wim zich anders voorgesteld. Er wachtte hem geen warm welkom en niemand vroeg naar zijn belevenissen. Hij kreeg alleen te horen hoe ellendig de Hongerwinter was geweest.
Verwondering
Wim was zelf ook niet in een feeststemming. Natuurlijk was hij blij met de bevrijding, maar hij was eerder bedachtzaam over wat hij had meegemaakt. Hij was verwonderd over de flarden menselijkheid die hij had meegemaakt. Menselijkheid die Wim door die wrede, absurde tijd had geholpen.
Dat is ook voor ons een les. Dat we oog moeten houden voor het goede in de mens. Dat die menselijkheid de maatstaf is. Want die kan levensreddend zijn. Zonder wordt het chaos en ellende. Dankjewel Wim, voor je indrukwekkende verhaal!
Meer informatie over de grote Razzia van Rotterdam in het Stadsarchief Rotterdam. Link opent een externe pagina.