Ga naar de hoofdinhoud

23 april 2024

Algemeen

Leestijd: 5 min

‘Op straat raak je los van de maatschappij’

Het Stedelijk Daklozen Team (SDT) is er voor de meest kwetsbare daklozen. Zoals mensen met een psychische stoornis of mensen die niet in de opvang willen of mogen slapen. Vaak voelen zij zich door niemand meer gezien of gehoord. Het SDT zoekt hen op en probeert contact te leggen. ‘Soms is het al winst als iemand toelaat dat je naast hem zit.’

Hoewel het vandaag regenachtig en kil is buiten, is het stil in de daklozenopvang. In De Sluis, van het Leger des Heils aan de Westzeedijk, zitten wat mensen op hun telefoon. Her en der staan wat borden met etensresten. Bij stichting De Ontmoeting aan de ’s Gravendijkwal eenzelfde verhaal. Een paar mensen maken gebruik van de computers, koptelefoon op het hoofd. Anderen hangen op de bank.  

Sprankje vertrouwen

Deze dag is het dus rustig, andere dagen puilen de opvanglocaties uit. De medewerkers van het SDT weten nooit van tevoren wat ze kunnen verwachten. Het team heeft een eigen kantoor, maar hun werkruimte is de straat. Ze zoeken de mensen op bij de bekende overnachtingsplekken buiten en de opvangplekken binnen. In de hoop dat ze de meest kwetsbare daklozen tegenkomen en weer een sprankje vertrouwen kunnen winnen.

‘Wij zijn er voor mensen met psychische problemen en/of een verslaving, die door slechte ervaringen het vertrouwen in de hulpverlening zijn kwijtgeraakt’, vertelt Rick de Jong, teamleider van het SDT. ‘Vaak is voor hen al van alles geprobeerd maar zonder veel succes. Ons team mag aan iedereen zorg bieden, zeker in een urgente situatie. Zowel medische zorg als hulp op sociaal-maatschappelijk gebied. Medische problemen staan zelden op zichzelf en hebben altijd een samenhang met andere levensgebieden.’

Altijd weer anders

Het SDT bestaat uit 15 mensen, onder wie een huisarts, een psychiater, verpleegkundigen, maatschappelijk werkers en veldwerkers. Ze begeleiden tussen de 75 en 100 cliënten. Ze zien hen geregeld, houden in de gaten hoe het met hen gaat en kijken of er kleine stapjes mogelijk zijn in de hulp met psychische problemen of verslaving.  Eén keer per week komt het SDT bijeen om de cliënten te bespreken. ‘Een prachtige plek om te werken, om contact te zoeken met mensen die in een sociaal isolement terecht zijn gekomen’, zegt Rick. ‘Maar je moet wel tegen wat chaos kunnen. Want het loopt continu anders dan je dacht.’

(tekst loopt door onder de foto) 

graffitimuren met matras en spulletjes ervoor.
Matrassen en andere spullen getuigen van de aanwezigheid van buitenslapers. Foto: gemeente Rotterdam

Matrassen en karton

Deze ochtend zijn Wim (veldwerker De Ontmoeting) en Nicolette (maatschappelijk werker van Pameijer/Mozaïek) samen op stap met hun busje. In de buurt van het Spartastadion lopen ze buiten rond, op de vaste plekken waar daklozen vaak hun toevlucht zoeken. Matrassen, karton, slaapzakken en veel andere spullen zijn daar de stille getuigen van. Maar mensen zijn er vanochtend niet te bekennen. 

Telefoontjes zijn er daarentegen genoeg. Van collega’s en andere organisaties, maar ook van cliënten. Want hoewel buitenstaanders daar vaak raar van opkijken: de meeste daklozen hebben een telefoon. Wim: ‘Wij delen die soms ook uit. Want we willen hen kunnen bereiken, en je kunt gewoon ook niet meer zonder telefoon als je een afspraak wilt maken of een uitkering aan moet vragen.’ En dus belt er een cliënt: of hij een slaapzak kan lenen, want hij is van plan uit de kliniek te vertrekken. ‘Maar dat is echt niet de bedoeling’, legt Nicolette uit. ‘Hij zit daar niet voor niets, hij moet vooral doorzetten.’

Malafide uitzendbureaus

Veel mensen die op straat belanden komen uit Oost-Europa. Ze zijn geronseld door malafide uitzendbureaus die hen een baan aanbieden in combinatie met woonruimte. ‘Nou ja woonruimte’, smaalt Wim, ‘stel je daar niet te veel van voor. Dat is bijvoorbeeld een stacaravan waarin ze met zijn achten moeten bivakkeren – voor 200 euro per week, per persoon.’

En dat gaat goed zolang de mensen werk hebben en niet ziek worden. Gebeurt dat wel, dan verliezen ze niet alleen hun baan, maar ook meteen hun woonruimte. En staan ze dus letterlijk op straat. Wim: ‘Bijvoorbeeld een Oost-Europeaan die hier 15 jaar in de bouw heeft gewerkt. Door een vechtpartij is zijn oog dusdanig beschadigd, dat hij niet meer kan werken. Maar omdat hij altijd zwart heeft gewerkt, heeft hij nergens recht op: niet op hulp, niet op een uitkering, niet op een huis.’

Verveling en verslaving

Zo begint vaak de ellende. Want op straat is het zwaar en er is veel verveling. ‘Dus gaan mensen drinken, en ook drugs zijn hier makkelijk te krijgen. Ze raken verslaafd en dat maakt de psychische problemen ook erger. Zo kunnen ze al helemaal geen werk meer vinden. Ze raken los van de maatschappij, verzorgen zich niet meer, hebben geen sociale contacten en voelen zich letterlijk niet gezien.’

‘Bedenk: veel mensen waren in hun land van herkomst ook al niet in goeden doen’, vertelt Rick. ‘Als je daar een goede baan en een leuk leven hebt, kom je niet zo snel hierheen. Het is ook de reden dat de meesten niet terug willen; ze hebben niets meer in hun eigen land.’ ‘Sommigen willen wel terug’, vult Wim aan. ‘Dan helpen we ze. Soms brengen we ze zelf, bijvoorbeeld als mensen psychisch heel instabiel zijn. Dan dragen we ze in het land van herkomst warm over. ‘

Plek gevonden 

Ondertussen belt Nicolette in het busje met Jelle. ‘Ik heb een plek voor je gevonden bij beschermd wonen’, meldt ze hem.  Door de telefoon klinkt een vreugdekreet. ‘Wat geweldig, dank je wel!’ ‘Nou, je hebt het vooral aan jezelf te danken, je hebt er keihard voor gewerkt’, complimenteert Nicolette hem. ‘Dit is een nog jonge man met een afgeronde hbo-opleiding’, vertelt ze. ‘Door problemen en instabiliteit is hij op straat beland. Hij had psychische hulp nodig, maar nu is hij echt op de goede weg. Met deze plek kan hij hopelijk weer de draad van zijn leven oppakken. Hier doen we het voor!’

Nieuw actieplan buitenslapers gemeente Rotterdam 

Begin maart maakte de gemeente Rotterdam een nieuw ‘actieplan buitenslapers’ bekend. Er komt onder meer 1 jaar lang een opvanglocatie met 60 plekken voor dakloze EU-migranten. Zij kunnen er 6 tot 8 weken blijven, 24 uur per dag. De opvang is vrijwillig, maar niet vrijblijvend. Mensen kunnen de tijd daar gebruiken om af te kicken van drank of drugs, op zoek te gaan naar werk of werken aan terugkeer naar hun land van herkomst. 
Tegelijkertijd worden overlastgevers extra in de gaten gehouden. Als iemand problemen blijft veroorzaken, wordt een dossier opgebouwd om die persoon voor te dragen voor uitzetting.