Ga naar de hoofdinhoud

30 april 2024

Algemeen

Leestijd: 3 min

Bijzondere Beroepen: wijknetwerker

Sommige beroepen kennen we allemaal wel, andere zijn wat minder bekend. Zoals dat van Rosanna Moti. Zij is wijknetwerker. Ze zorgt ervoor dat bewoners net wat fijner en prettiger kunnen wonen in Hillesluis. ‘Wijknetwerker ben ik niet alleen van maandag tot vrijdag.’

Moti is sinds 1 maart de nieuwe wijknetwerker van Hillesluis. Zij werkt al geruime tijd voor de gemeente Rotterdam. Als wijknetwerker brengt ze mensen uit de wijk in contact met instanties en de gemeente. 
‘Ik heb het gevoel dat ik met mijn voeten in de klei sta. Ik kom van Zuid, ben een dochter van allochtone ouders, nu moeder van 4 zonen en sinds kort alleenstaand. Ik moet ook hard werken voor mijn geld. Met dit werk sta ik midden in de wijk. Ik zie dagelijks wat mijn werk oplevert voor de wijk en de bewoners. Daar word ik blij van.’

Alledaagse vragen

In de wijkhub helpt Moti bewoners met alledaagse vragen. Dat kan gaan om een invalidenoprit, maar ook over geldzorgen. ‘Ik kijk samen met de bewoners wie hen het beste zou kunnen helpen. Iemand van de gemeente bijvoorbeeld of van een andere instantie.’

De wijkhub is ook een plek waar mensen gevonden voorwerpen kunnen brengen. ‘Pas kwam er een 10-jarig jongetje langs. Hij had een portefeuille gevonden en kwam die keurig langsbrengen.’ 

Ook stimuleert Moti zelfredzaamheid bij bewoners. Bijvoorbeeld door ze te wijzen op de MeldR-app. Daarmee kunnen Rotterdammers zelf klachten en opmerkingen over de buitenruimte melden bij de gemeente. 
(tekst gaat verder onder de foto) 

Twee vrouwen zitten te praten in een ruimte achter glas.
Rosanna Moti spreekt vaak bewoners in de wijkhub. Foto: Erno Wientjens

Bewonersinitiatieven

Verder kan Moti mensen helpen bij het indienen van een buurtidee. Voor advies daarover  komen bewoners ook langs in de wijkhub. ‘Vaak zijn het mensen die voor het eerst een idee indienen. Zo’n initiatief kost geld, en daarom moeten ze vertellen wat ze willen doen en hoe ze dat willen doen. Dat is toch een beetje spannend. Ik leg hun uit wat de procedure is. En als ze groen licht krijgen laat ik ze dat ook weten.’ Moti zegt dat ‘haar’ bewoners de meeste initiatieven indienen van heel Rotterdam. ‘Ik behandel er momenteel 2 per week.’

Kijkje nemen

‘Vaak neem ik ook een kijkje als bewoners een activiteit organiseren in de wijk, bijvoorbeeld bij internationale Vrouwendag of bij een pleinactiviteit. Ook in het weekend, want wijknetwerker ben ik niet alleen van maandag tot vrijdag. Daardoor zie ik waar ik aan meegeholpen heb en hoeveel plezier bewoners met elkaar hebben. Soms zie ik ook dingen die nog beter kunnen. Die tips geef ik weer aan andere mensen met buurtideeën.’ 
Soms koppelt Moti bewoners aan elkaar. ‘Stel: iemand wil naailessen geven. Maar op een andere plek in de wijk doet iemand dat al. Dan zeg ik: ga eens met die mensen praten. Zo leren meer bewoners elkaar kennen. Dat draagt ook bij aan een levendigere wijk.’

Gemeente dichtbij

Moti zet zich dus actief in vanuit de wijkhub. Ze spreekt en helpt bewoners vaak persoonlijk. Dat levert veel op. Het geeft bewoners het gevoel dat de gemeente dichtbij is. ‘Bewoners weten niet altijd waarvoor en hoe ze bij de gemeente terechtkunnen. Daardoor voelen ze soms een afstand en dat kan het moeilijk maken om contact te zoeken met de gemeente. Als ik ooit iets anders ga doen, dan hoop ik dat bewoners mij herinneren als iemand die probeerde mensen en organisaties dichterbij elkaar te brengen.’

Meer informatie?

Moti is ook de projectleider van de mobiele wijkhub. Daarmee komt de gemeente Rotterdam naar de bewoners toe. Ziet u de mobiele wijkhub staan in uw wijk? Kom dan langs voor een kop koffie en deel uw vragen, ideeën of klachten. Meer informatie vindt u op Wijkhub | Rotterdam.nl.
Wilt u meer informatie over werken bij de gemeente Rotterdam of alle beschikbare vacatures bekijken? Kijk dan op de website Werken voor Rotterdam. Link opent een externe pagina

Drie mensen staan op straat te praten.
Moti (midden) spreekt op straat met twee wijkbewoners. Foto: Erno Wientjens